ZITPLAATSEN
VOORSTOELEN MET
HANDBEDIENDE VERSTELLING
fig. 32
Verstellen in lengterichting
Trek de hendel A omhoog en schuif de
stoel naar voren of naar achteren: als u
rijdt, moeten de armen licht gebogen zijn
en de handen op de stuurwielrand steu-
nen.
Hoogteverstelling
Beweeg de hendel B herhaaldelijk omhoog
of omlaag totdat de gewenste zithoogte is
bereikt.
BELANGRIJK De verstelling is alleen mo-
gelijk als u op de bestuurdersstoel zit.
Verstellen van de rugleuning
Draai de knop C.
39
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
fig. 32
F0L0376m
Voor maximale veiligheid
moet u de rugleuning recht-
op zetten, tegen de leuning aan gaan
zitten en de gordel goed laten aan-
sluiten op borst en bekken.
ATTENTIE
Alle afstellingen mogen uit-
sluitend bij een stilstaande
auto worden uitgevoerd.
ATTENTIE
Als u de hendel loslaat, moet
altijd gecontroleerd worden
of de stoel goed geblokkeerd is door
te proberen de stoel naar voren en
naar achteren te schuiven. Als de
stoel niet goed geblokkeerd is, kan de-
ze onverwachts verschuiven, waar-
door u de controle over de auto kunt
verliezen.
ATTENTIE
Lendensteun verstellen
(indien aanwezig)
Draai de knop D om het steunvlak van de
rugleuning aan te passen.
De stoffen bekleding van uw
auto is langdurig bestand te-
gen slijtage die ontstaat bij
een normaal gebruik van de
auto. Hevig en/of langdurig wrijven met
kledingaccessoires zoals metalen ges-
pen, sierknopen en klittenbandsluitin-
gen, moet echter absoluut worden ver-
meden omdat hierdoor grote druk ont-
staat op een bepaalde plek op de be-
kleding, waardoor deze plek kan slijten
en de bekleding beschadigd wordt.