48
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Als u de knoppen helemaal naar rechts
of helemaal naar links draait, tot aan de
uiterste waarden HI of LO, wordt
respectievelijk de functie van de maxi-
male verwarming of de maximale koeling
ingeschakeld:
❒
Functie HI (maximale verwarming):
wordt ingeschakeld als de draaiknop van
de temperatuur naar rechts wordt
gedraaid, voorbij de maximale waarde
(32°C). Deze functie kan worden geacti-
veerd voor alleen de bestuurderszijde of
de passagierszijde voor of voor beide zij-
den (ook door de functie MONO te
selecteren).
Als de functie wordt ingeschakeld, ver-
schijnt het opschrift HI op het display.
Deze functie kan worden ingeschakeld
als u het interieur zo snel mogelijk wilt
verwarmen, waarbij maximaal van het
vermogen van het systeem gebruik
wordt gemaakt. Deze functie maakt
gebruik van de maximale temperatuur
van de motorkoelvloeistof, terwijl de
luchtverdeling en de snelheid van de aan-
jager door het systeem worden inge-
steld.
Als de motorkoelvloeistof niet warm
genoeg is, schakelt het systeem niet
onmiddellijk de maximale aanjagersnel-
heid in, om de toevoer van te koude
lucht in het interieur te beperken.
Als deze functie is ingeschakeld, zijn alle
handmatige instellingen toegestaan.
Voor het uitschakelen van de functie is het
voldoende om de temperatuurknop naar
links te draaien en de gewenste tempera-
tuur in te stellen.
❒
Functie LO (maximale koeling): wordt
ingeschakeld als de draaiknop van de
temperatuur naar links wordt
gedraaid, voorbij de maximale waarde
(16°C). Deze functie kan worden
geactiveerd voor alleen de bestuur-
derszijde of de passagierszijde voor of
voor beide zijden (ook door de func-
tie MONO te selecteren).
Als de functie wordt ingeschakeld, ver-
schijnt het opschrift LO op het display.
Deze functie kan worden ingeschakeld als
u het interieur zo snel mogelijk wilt koe-
len, waarbij maximaal van het vermogen
van het systeem gebruik wordt gemaakt.
De functie schakelt automatisch de vol-
gende functies in:
❒
de stand MONO;
❒
de luchtverdeling naar de uitstroom-
openingen in het midden/aan de zij-
kant (weergegeven door het
betreffende symbool op het display);
❒
inschakeling van de aanjager op de
hoogste snelheid;
❒
inschakeling van de aircocompressor.
Als deze functie is ingeschakeld, zijn alle
handmatige instellingen toegestaan.
Voor het uitschakelen van de functie is het
voldoende om de temperatuurknop naar
rechts te draaien en de gewenste tempe-
ratuur in te stellen.
Drukknoppen voor de lucht-
verdeling B-F
Als u op een van deze knoppen drukt,
kunt u handmatig voor de linker- en de
rechterzijde in het interieur een van de
zeven instellingen voor de luchtverdeling
kiezen:
▲
Luchtstroom naar de luchtroos-
ters van de voorruit en de zijruiten
voor voor ontdooiing/ontwase-
ming van de ruiten.
˙
Luchtstroom naar de uitstroom-
openingen in het midden en aan de
zijkant van het dashboard voor een
koele luchtstroom op het lichaam en
het gezicht bij warm weer.
▼
Luchtstroom naar de luchtroos-
ters van de beenruimten voor en
achter. Met deze luchtverdeling
kan in een zo kort mogelijke tijd de
lucht in het interieur worden ver-
warmd, omdat warme lucht
opstijgt. Dit geeft snel een behaag-
lijk gevoel.
˙
▼
Luchtstroom verdeeld over de
luchtroosters in de beenruimten
(warmere lucht) en de
uitstroomopeningen in het midden
en aan de zijkant van het
dashboard (koelere lucht). Deze
luchtverdeling is bijzonder nuttig
in de gematigde seizoenen (voor-
en najaar) als de zon schijnt.