12
WEGWIJS IN UW AUTO
ZELFDIAGNOSE
VAN HET SYSTEEM
Als bij het inschakelen van het dief-
stalalarm de “biep” wordt gevolgd (na
1 seconde) door een tweede, zeer
korte “biep”, is het raadzaam te con-
troleren of de portieren, de achter-
deuren en de motorkap gesloten zijn.
Probeer vervolgens nogmaals het dief-
stalalarm in te schakelen. Wendt u tot
de Fiat-dealer als de situatie zich her-
haalt.
PROGRAMMEREN
VAN HET SYSTEEM
Bij aflevering van de nieuwe auto is
het diefstalalarm al geprogrammeerd
door de Fiat-dealer. Voor eventuele
nieuwe programmeerprocedures
raden wij u aan contact op te nemen
met de Fiat-dealer.
WANNEER GAAT HET
ALARM AF
Als het systeem is ingeschakeld, gaat
het alarm in de volgende gevallen af:
1) Als één van de portieren, de
motorkap of de laadruimte wordt
geopend;
2) Als de accu of de voedingskabels
van het diefstalalarm worden los-
gemaakt;
3) Als er iets in het interieur komt
(volumetrische beveiliging);
4) Als de contactsleutel in stand
MAR wordt gedraaid.
Als het alarm in werking treedt,
wordt de akoestische sirene ongeveer
26 seconden geactiveerd (maximaal 3
maal en onderbroken door pauzes van
5 seconden, als de oorzaak van het
alarm blijft bestaan) en knipperen de
richtingaanwijzers ongeveer 5 minuten
(alleen bepaalde landen).
Na een alarmsignalering schakelt het
diefstalalarm over naar zijn normale
bewakingsfunctie.
Als u in loop der tijd een nieuwe af-
standsbediening nodig hebt, kunt u
zich tot de Fiat-dealer wenden.
Neemt u dan alle sleutels die in uw be-
zit zijn en de CODE-card mee.
BELANGRIJK De wijze waarop
het diefstalalarm inschakelt, verschilt
per land. Laat deze procedure uitslui-
tend door de Fiat-dealer uitvoeren,
om te voorkomen dat het elektroni-
sche geheugen wordt beschadigd.