116
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
U kunt onder deze omstandigheden door-
rijden zonder te veel van de motor te eisen
of met hoge snelheid te rijden. Wendt u in
dit geval zo snel mogelijk tot de Fiat-dealer.
Storing motormanagement-
systeem EOBD
Als u onder normale omstandigheden de
contactsleutel in stand MAR draait, dan
gaat het lampje branden. Het lampje moet
uitgaan als de motor is gestart. Het lampje
gaat eerst branden om de juiste werking er-
van aan te geven. Als het lampje blijft bran-
den of tijdens het rijden gaat branden:
❒ continu branden: duidt op een defect in
het inspuit-/ontstekingssysteem; dit kan
tot gevolg hebben dat de prestaties ver-
minderen, de auto slechter gaat rijden en
het brandstofverbruik toeneemt.
Op enkele uitvoeringen verschijnt het be-
treffende bericht op het display.
U kunt onder deze omstandigheden door-
rijden zonder te veel van de motor te ei-
sen of met hoge snelheid te rijden. Als lang
met een brandend waarschuwingslampje
wordt doorgereden, kunnen beschadigin-
gen ontstaan. Wendt u zo snel mogelijk
tot de Fiat-dealer. Het lampje dooft als de
storing verdwijnt. De storing wordt door
het systeem in het geheugen opgeslagen.
❒ knipperend: duidt op een mogelijke be-
schadiging van de katalysator (zie
“EOBD-systeem” in het hoofdstuk
“Dashboard en bediening”).
STORING INSPUIT-
SYSTEEM (Multijet-
uitvoeringen - geel)
STORING MOTOR-
MANAGEMENTSYSTEEM EOBD
(benzine-uitvoeringen - geel)
Storing in inspuitsysteem
Als u onder normale omstandigheden de
contactsleutel in stand MAR draait, dan
gaat het lampje branden. Het lampje moet
uitgaan als de motor is gestart.
Als het lampje blijft branden of tijdens het
rijden gaat branden, dan duidt dit op een
storing in het inspuitsysteem. Dit kan tot
gevolg hebben dat de prestaties vermin-
deren, de auto slechter gaat rijden en het
brandstofverbruik toeneemt.
Op enkele uitvoeringen verschijnt het be-
treffende bericht op het display.
U
NIET GOED GESLOTEN
PORTIEREN (rood)
Als een of meerdere portieren
of de achterklep niet goed geslo-
ten zijn, gaat het lampje branden (bepaal-
de uitvoeringen).
Op enkele uitvoeringen verschijnt het be-
treffende bericht op het display.
Als de auto in beweging is met geopende
portieren/achterklep, dan klinkt er een
akoestisch signaal (alleen bij uitvoeringen
met instelbaar multifunctioneel display).
´
STORING ELEKTRISCHE
STUURBEKRACHTI-
GING “DUALDRIVE”
(rood)
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, gaat het lampje branden. Na
enkele seconden moet het lampje doven.
Als het lampje blijft branden, werkt de
elektrische stuurbekrachtiging niet meer
en is meer kracht nodig voor het draaien
van het stuur; de auto blijft echter normaal
bestuurbaar: wendt u tot de Fiat-dealer.
Op enkele uitvoeringen verschijnt het be-
treffende bericht op het display.
g
Als het lampje
v
knip-
pert, wendt u dan onmiddel-
lijk tot de Fiat-dealer voor de verver-
sing van de motorolie en het uitscha-
kelen van het betreffende lampje op
het instrumentenpaneel.
ATTENTIE