26
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
– druk kort op de knop MENU ESC om
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om terug te
keren naar het beginscherm zonder op te
slaan.
Ga als volgt te werk als u de instelling wilt
annuleren:
– druk kort op de knop MENU ESC; op
het display knippert (On);
– druk kort op de knop –; op het display
knippert (Off);
– druk kort op de knop MENU ESC om
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om terug te
keren naar het beginscherm zonder op te
slaan.
Gevoeligheid regensensor instellen
(Regensensor)
Met deze functie kan de gevoeligheid van
de regensensor worden ingesteld op 4
niveaus.
Ga voor het instellen van het niveau als
volgt te werk:
– druk kort op de knop MENU ESC; op
het display knippert het “niveau” van de
ingestelde gevoeligheid;
Snelheidslimiet (Beep Snelheid)
Met deze functie kan de snelheidslimiet
van de auto (km/h of mph) worden inge-
steld. Als deze limiet wordt overschreden,
wordt de bestuurder gewaarschuwd (zie
hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
Ga voor het instellen van de snelheidsli-
miet als volgt te werk:
– druk kort op de knop MENU ESC; op
het display verschijnt het opschrift (Beep
Snelh.);
– druk op knop + of – om de snelheidsli-
miet in te schakelen (On) of uit te scha-
kelen (OFF);
– als de functie al was ingeschakeld (On),
kan met de knop + of – de gewenste snel-
heidslimiet worden ingesteld en worden
bevestigd door het indrukken van de knop
MENU ESC.
Opmerking De waarde kan worden inge-
steld tussen 30 en 200 km/h of tussen 20 en
125 mph, afhankelijk van de ingestelde mee-
teenheid (zie de paragraaf “Meeteenheid in-
stellen” (Meeteenheid)) hierna. Elke keer als
u de knop + / – indrukt, wordt de waarde
5 eenheden verhoogd of verlaagd. Als u de
knop +/– ingedrukt houdt, lopen de cijfers
automatisch snel door of terug. Als u dicht
bij de juiste waarde bent, stelt u de exacte
waarde in door de knop telkens in te druk-
ken en los te laten.
– druk op de knop + of – om de instel-
ling uit te voeren;
– druk kort op de knop MENU ESC om
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om terug te
keren naar het beginscherm zonder op te
slaan.
Trip B (Gegevens trip B)
Met deze optie kan de weergave van Trip
B (dagteller) worden ingeschakeld (On) of
uitgeschakeld (Off).
Zie voor meer informatie de paragraaf
“Trip computer”.
Ga voor het in-/uitschakelen als volgt te
werk:
– druk kort op de knop MENU ESC; op
het display knippert (On) of (Off), afhan-
kelijk van de instelling;
– druk op de knop + of – om de keuze uit
te voeren;
– druk kort op de knop MENU ESC om
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om terug te
keren naar het beginscherm zonder op te
slaan.