186
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENINGS-
KNOPPEN
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN
BERICHTEN
Het lampje dooft als de storing verdwijnt.
De storing wordt door het systeem in het geheugen
opgeslagen.
❒
knipperend - duidt op een mogelijke
beschadiging van de katalysator (zie “EOBD-
systeem” in het hoofdstuk “Dashboard en
bedieningsknoppen”).
Als het lampje knippert, moet het gaspedaal worden
losgelaten zodat de motor met lage toerentallen
draait en het lampje niet meer knippert; u kunt met
matige snelheid doorrijden waarbij rij-omstandig-
heden moeten worden vermeden die kunnen leiden
tot het opnieuw gaan knipperen van het lampje.
Wendt u zo snel mogelijk tot de Fiat-dealer.
U
Lampje op het
instrum.paneel
Weergave op het instelbare multifunctionele
display
Als u de contactsleutel in stand MAR draait en het lampje
U
gaat niet branden of het gaat
branden of knipperen tijdens het rijden (op enkele uitvoeringen verschijnt ook een bericht op
het display), wendt u dan zo snel mogelijk tot de Fiat-dealer. De werking van het lampje
U
kan worden gecontroleerd met behulp van speciale apparatuur van de verkeerspolitie. Houdt
u aan de wetgeving van het land waarin u rijdt.