147
PERIODIEKE
CONTROLES
Elke 1.000 km of vóór een lange reis
controleren en eventueel bijvullen:
– niveau motorkoelvloeistof;
– remvloeistofniveau;
– vloeistofniveau ruitensproeier;
– conditie en spanning banden;
– werking verlichting (koplampen,
richtingaanwijzers,
alarmknipperlichten, etc.);
– werking ruitenwissers/-sproeiers
en stand/slijtage wisserbladen
voor/achter;
Elke 3.000 km controleren en
eventueel bijvullen: motorolieniveau.
Het gebruik van PETRONAS
LUBRICANTS producten wordt
aanbevolen, omdat deze speciaal
voor Fiat auto’s zijn ontworpen en
geproduceerd (zie tabel “Inhouden”
in het hoofdstuk “Technische
gegevens”).
ZWAAR GEBRUIK VAN
DE AUTO
Als vooral een intensief gebruik van
het voertuig wordt gemaakt, zoals:
– het trekken van aanhangers of
caravans;
– het rijden op stoffige wegen;
– talrijke korte ritten (minder dan
7-8 km) en bij buitentemperaturen
onder het vriespunt;
– vaak lang stationair draaiende
motor of lange afstanden bij lage
snelheden of als de auto lang niet
wordt gebruikt;
dan moeten de volgende controles
vaker worden uitgevoerd dan is
aangegeven in het Geprogrammeerd
onderhoudsschema:
– remblokken van schijfremmen
voor op conditie en slijtage
controleren;
– slot van motorkap en achterklep
op aanwezigheid van vuil
controleren, schoonmaken en
mechanismen smeren;
– visueel de toestand controleren
van: motor, versnellingsbak,
aandrijving, leidingen, pijpen en
slangen (uitlaat - brandstoftoevoer
- remmen) rubber delen
(stofkappen, hoezen, bussen enz.);
– laadtoestand accu en niveau
accuvloeistof (elektrolyt)
controleren;
– conditie van aandrijfriemen
hulporganen visueel controleren;
– motorolie en oliefilter
controleren en zo nodig
vervangen;
– pollenfilter controleren en zo
nodig vervangen;
– luchtfilter controleren en
eventueel vervangen.