15
LEVEL
Geeft de trapweerstand in 16 niveaus/levels weer. Tegelijk geeft dit gebied het proel van de programma’s weer.
5.2.1 Opmerking bij afzonderlijke functies
A) Trainingseinde-/pauze
Zodra u stopt met trappen, registreert de computer een trainingsonderbreking. Op dat moment worden de trainingstijd, kilometers en het
totale aantal calorieën gestopt. Deze waarden zijn daarna nog 4 minuten op de display te zien. Binnen deze 4 minuten kunt u de training
op elk moment hervatten. Alle gegevens blijven dan vanaf de laatste stand doorlopen.
Druk op de DELETE-toets aan het einde van de training. Alle gegevens worden gewist.
B) Pulsmeting
Oorpulsmeting Om de pulswaarde te registreren bevestigt u de oorclip op de oorlel en steekt u de stekker van de hartslagkabel in de
daarvoor voorziene bus aan de linkerkant van de computer. Om beweging van de oorclip en daardoor een verkeerde pulstransmissie
te voorkomen, moet u de pulskabel met de knijper aan uw kleding bevestigen. Als er onnauwkeurigheden optreden tijdens de
pulstransmissie, masseer dan uw oorlel met uw vingers om de bloedsomloop te stimuleren.
Pulsmeting met borstgordel: De computer is uitgerust met een chip die draadloze pulstransmissie met een borstgordel mogelijk maakt
(5,0 - 5,5 kHz).
WAARSCHUWING: Systemen voor hartfrequentiebewaking kunnen onnauwkeurig zijn. Overmatige training kan ernstige schade aan de
gezondheid of de dood veroorzaken. Stop onmiddellijk met trainen bij duizeligheid of een gevoel van zwakte!
5.2.2 Uitleg van symbolen en wetenswaardigheden
Het symbool geeft aan dat u kunt beginnen met trappen. U bevestigt hiermee de ingevoerde gegevens en begint
met de training.
A) Trapsymbool
B) Computer vanuit de sluimermodus activeren
Druk op een willekeurige toets om de computer vanuit de sluimermodus te activeren. Het trappen werkt niet in deze modus.
C) Standaardinstelling
Standaardinstelling: Wanneer de standaardinstelling is bereikt, klinkt een geluidssignaal
Let op: Met uitzondering van de pulswaarde kan altijd slechts één standaardinstelling worden ingevoerd. Als u een andere waarde
activeert, wordt de reeds ingestelde waarde op OFF gezet. U kunt onmiddellijk met de training beginnen, wanneer u de gewenste waarde
heeft ingevoerd en begint te trappen.
D) Recovery
Druk bij het einde van de training op “RECOVERY” en stop met trappen. De computer meet gedurende 60 seconden uw puls. Bij een
pulsverschil van ca. 20% krijgt u het cijfer F1 (zeer goed).
E) Wattverhoging in de HRC-modus
De weerstand (wattvermogen) wordt om de 30 seconden met 10 watt verhoogd tot de werkelijke pulswaarde boven de doelpuls ligt. Als
de pulswaarde gedurende vijf seconden boven de doelpulswaarde ligt, dan wordt de weerstand onmiddellijk met 10 watt verminderd en
vervolgens om de 20 seconden met 10 watt tot u weer onder de doelpuls bent. Daarna neemt de weerstand weer toe.
Weerstandsaanpassing bij IND: In de IND modus kunt u een individuele pulswaarde activeren. De weerstandsverhoging werkt zoals
hierboven beschreven.