Julia Pelletkachel 17 of 18 Rev. 09
21. Kachel produceert teveel of te weinig warmte
De pellet kwaliteit en de afvoermethode hebben een belangrijke rol in de warmte afgifte van de kachel. Op het
moment dat de kachel geproduceerd wordt zijn deze factoren nog niet bekend en is het ondoenlijk om de kachel
met de juiste klant specifieke parameters te leveren.
Wat te doen;
Met de parameters in de software kan de kachel per vermogen stand afgesteld worden (Hfst. 20) .
Kritische vuur parameters :
De belangrijkste software regels om de kachel anders te laten branden zijn;
1. Pellet toevoer per vermogen instelling (power 1 tot power 5) Regel 6-10
2. Hoeveelheid lucht door vuur korf (Power 1- Power 5) Regel 18- 22
Na een wijziging dient men op de volgende items te letten:
• Is de vlamhoogte naar wens;
• Hoeveel onverbrande pellets liggen er in het korfje;
• Komt er veel (zwarte) rook van de vlam;
• Wordt de brander haard zwart of niet (inclusief raam);
• Hoeveelheid as wordt er geproduceerd wordt;
Opmerking: Stand 1 is gelijk aan de Eco Stand.
Stand-by mode:
De stand-by functie kan aangezet worden door parameter PR 28 anders dan “OFF” in te stellen. Het gekozen
getal vertegenwoordigt het temperatuur verschil t.a.v. de gewenste ingestelde temperatuur. Zal de temperatuur
meer dan X warmer worden dan gaat de kachel uit. Deze zal ook weer opstarten zodra de gemeten temperatuur
lager is dan X onder de ingestelde temperatuur.
Pellets:
Indien de pellets kort zijn ( 10 mm) of langzaam wegbranden dan moet de pellet toevoer naar beneden bijgesteld
worden. Laat de kachel, na een wijziging, even branden om goed te kunnen vast stellen wat de invloed is geweest.
Opmerking: -Teveel pellets en te weinig lucht door het vuur veroorzaakt meer as, roet en zwarte rook.
-Bij een lage vlam in de Eco stand zal het glas eerder vervuilen
Lucht aanvoer:
De lucht door het vuurkorfje moet zo afgesteld staan dat de pellets iets bewegen of zweven maar geen spuwende
vulkaan veroorzaken middels pellets welke uit het bakje worden geblazen.
Zodra de kachel op een schoorsteen wordt aangesloten waarin veel natuurlijke trek aanwezig is kan de ventilator
naar beneden bijgesteld worden. Dit is nodig om de natuurlijke trek te compenseren.
Uitlaatgas temperatuur:
De bereikte uitlaat gas temperatuur kan per vermogen stand (On 1-On 5) uitgelezen worden door Toets 2 vijf
seconden ingedrukt te houden. Wisselend de uitlaatgas ventilator snelheid en de uitlaatgas temperatuur zullen in
het display verschijnen.
In de laagste stand (Eco of On 1) mag de uitlaatgas temperatuur niet onder de 80 °Celsius komen en in de hoogste
stand (On 5) niet boven de 140 °Celsius.