Met elkaar verbonden eenheden moeten voldoen aan ALLE onderstaande
eisen:
•
Er mogen maximaal 18 compatibele eenheden met elkaar verbonden
wor
den (maximaal 12 r
ookmelders).
•
Alle gekoppelde eenheden moeten aangesloten zijn op groep.
•
De totale lengte van de verbindingskabels van de melders mag niet
meer bedragen dan 150 meter. De verbindingskabels moeten een
doorsnede hebben van 1,5 mm
2
en goedgekeur
d zijn voor tenminste
300 V
. Als een verbindingskabel niet inbegrepen is in de elektrische
bedrading van uw woning, moet u er een installeren.
• De bedrading moet voldoen aan de meest recente IEE voorschriften
voor elektrische installaties.
WAARSCHUWING !
OPPASSEN !
BELAN
GRIJK !
GEVAAR !
PAS OP !
WAARSCHUWING !
OPPASSEN !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
PAS
OP !
DE INSTALLATIE VAN DE ROOKMELDER
DE ONDERDELEN VAN DE ROOKMELDER
Deze rookmelder is geschikt voor montage op de gangbare typen centraal- en inbouwdozen. De rookmelder kan aan het plafond of op de muur worden bevestigd.
Lees "Aanbevolen locaties voor r
ookmelders" en "Waar kunt u rookmelders beter niet ophangen" voordat u met de installatie begint.
V
ereist gereedschap: • Kabeltang of een mes • Standaard platkop schroevendraaier.
VOLG DEZE INSTALLATIESTAPPEN
ALLEEN VOOR EEN ROOKMELDER DIE NIET MET ANDERE
TOESTELLEN VERBONDEN IS:
•
Verbind de blauwe kabel van de stroomconnector met de neutrale
kabel van de aansluitdoos.
•
Verbind de bruine draad van de stroomconnector met de spannings
kabel van de aansluitdoos.
•
Duw de oranje kabel in de aansluitdoos. Deze wordt alleen gebruikt
om de r
ookmelder met ander
e toestellen door te verbinden.
ALLEEN VOOR EEN ROOKMELDER DIE NIET MET ANDERE
TOESTELLEN VERBONDEN IS:
•Als u een enkele rookmelder installeert, schakelt u nu de stroom naar
de centraal – of inbouwdoos weer in.
ALLEEN VOOR ONDERLING VERBONDEN ROOKMELDERS:
•
Als u meer
der
e met elkaar verbonden melders wilt installeren,
moet u voor elke rookmelder die u wilt aansluiten stappen 1-5
her
halen. Als u klaar bent, schakelt u de stroom naar de centraal
– of inbouwdoos weer in.
}
A
}
B
8
7
6
3
11
2
2
3
55
44
A. Niet-geschakelde
230 V
~, 50 Hz (AC)
voedingsbron
B. Naar extra eenheden;
Maximum = 18 in totaal
(Maximum 12 rookmelders)
1. Rookmelder
2. Montageplaat
3. Stroomconnector
4. Kr
oonsteen
5. Opbouwsokkel
(wor
dt niet
meelever
d)
6.
Neutrale draad
(blauw)
7. Draad voor onder-
ling doorverbinden
(oranje)
8.
Spanningsdraad
(bruin)
4
VERPLICHTE BORG FUNCTIES
Deze functie is ontworpen om tegen te gaan dat onbevoegden de batterij of r
ookmelder verwijderen.
Deze rookmelders hebben twee aparte vergrendelingsfuncties: een functie om het batterijvak te vergrendelen en een andere functie
om de rookmelder aan de montageplaat te vergrendelen.
Vereist gereedschap:• Kabeltang of een mes • Standaard platkopschroevendraaier.
Beide vergrendelingsfuncties maken gebruik van sluitpennen die aan de montageplaat bevestigd zijn. Verwijder één van de pennen
(of alle twee, afhankelijk van de functies die u wilt gebruiken) uit de montageplaat met behulp van een kabeltang of een mes.
OM HET BATTERIJVAK TE VERGRENDELEN
(V
oor modellen 7010BE en SA730CE)
V
er
gr
endel het batterijvak pas nadat u de batterij heeft geactiveer
d en
de rookmelder heeft getest.
1.
Druk op de testknop en houd hem ingedrukt tot het alarmsignaal klinkt:
toet, toet, toet...
Als de eenheid geen alarmsignaal geeft tijdens de test, mag u het
batterijvak NIET SLUITEN! Installeer een nieuwe batterij en test de
r
ookmelder opnieuw. Als de rookmelder nog steeds niet afgaat,
moet u hem onmiddellijk ver
vangen.
2.Verwijder een sluitpen van de montageplaat met een kabeltang of een
mes.
3.Duw de borgpin in het gat aan de achterkant van de rookmelder naast
de batterijlade.
WAARSCHUWING !
OPPASSEN !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
PAS OP !
OM HET BATTERIJVAK TE ONTGRENDELEN
(Alleen voor modellen 7010BE en SA730CE)
Als de rookmelder geïnstalleerd is, moet u de stroom (AC) uitschakelen
voordat u het batterijvak ontgrendelt.
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK. Voordat u de rookmelder van
de montageplaat haalt, moet u eerst de stroom uitschakelen. Het niet
uitschakelen van de stroom kan een zware elektrische schok, letsel of
de dood tot gevolg hebben.
Voordat u onderhouds- of reparatiewerkzaamheden uitvoert op een
rookmelder die op het net werkt (AC) (met of zonder batterij back-up),
moet het wor
den ontladen. Eerst schakelt u de netstroom (AC) uit bij
de str
oomonderbreker of de zekeringskast. Vervolgens verwijdert u de
batterijen uit de r
ookmelders met batterijvoeding. T
enslotte houdt u de
Test/Alarmpauzeknop 5 tot 10 seconden ingedrukt om te ontladen.
1.Haal de rookmelder van de montageplaat. Als de
rookmelder aan de beugel vergrendeld zit, moet u
de sectie "Om de montageplaat te ontgrendelen"
raadplegen.
2.Trek de stroomconnector voorzichtig uit de
achterkant van de rookmelder.
3.Steek een platkopschroevendraaier onder de kop
van de sluitpen en duw deze voorzichtig uit het
slot van het batterijvak (als u het batterijvak later
opnieuw wilt ver
grendelen, moet u de sluitpen bewaren).
4.
Om het batterijvak opnieuw te vergrendelen, sluit u de klep en steekt u de
sluitpen opnieuw in het slot.
5.
Steek de str
oomconnector weer in de achterkant van de r
ookmelder, maak de
rookmelder weer vast aan de montageplaat en schakel de stroom weer in.
Na het vervangen van de batterij moet u de rookmelder altijd eerst testen
voordat u het batterijvak weer vergrendelt.
WAARSCHUWING !
OPPASSEN !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
PAS OP !
WAARSCHUWING !
OPPASSEN !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
PAS OP !
WAARSCHUWING !
OPPASSEN !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
PAS OP !
WAARSCHUWING !
OPPASSEN !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
PAS OP !
OM DE MONTAGEPLAAT TE ONTGRENDELEN
GEV
AAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK. V
oor
dat u de r
ookmelder van
de montageplaat haalt, moet u eerst de stroom uitschakelen. Het niet
uitschakelen van de stroom kan een zware elektrische schok, letsel of
de dood tot gevolg hebben.
V
oor
dat u onder
houds- of reparatiewerkzaamheden uitvoert op een
r
ookmelder die op het net werkt (AC) of op een AC/DC r
ookmelder
,
moet eerst de stroom uitschakelen. Eerst schakelt u de stroom (AC) uit.
Vervolgens verwijdert u de batterijen uit de rookmelders met batterij-
voeding. T
enslotte houdt u de T
est/Alarmpauzeknop 5 tot 10 seconden
ingedrukt om te ontladen.
1.Steek een platkopschroevendraaier tussen de
sluitpen en de montageplaat.
2.Trek de rookmelder los van de beugel door de
schroevendraaier en de rookmelder tegelijkertijd
tegen de klok in (linksom) te draaien.
WAARSCHUWING !
OPPASSEN !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
PAS OP !
WAARSCHUWING !
OPPASSEN !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
PAS OP !
OM DE MONT
AGEPLAAT TE VERGRENDELEN
1.
V
erwijder een sluitpen van de montageplaat met behulp van een
kabeltang.
2.
Leg de bor
gpin in het daarvoor ontworpen
'slot' tegenover de batterijlade. Zie ook
tekening.
3.Als u de rookmelder aan de montageplaat
bevestigt, zal de kop van de sluitpen in
een inkeping op de beugel vallen.
V
erplichte bor
g functies (vervolg)
Gedrukt in Mexico M09-0019-008 Q07/07
WEKELIJKSE TEST
Probeer NOOIT deze rookmelder te testen met enige vorm van een open
vuur
. U zou het apparaat per ongeluk kunnen beschadigen of een brand
kunnen veroorzaken. De werking van het apparaat kan afdoende getest
worden met behulp van de ingebouwde testknop, in overeenstemming
met de British Standar
ds (BSI).
Het is belangrijk dat dit apparaat elke week wordt getest om de juiste
werking te controleren. Test ook na afwezigheid van een langere periode
(bijvoorbeeld door vakantie).
Het is aan te bevelen om deze r
ookmelder te
testen met behulp van de testknop. Druk op de testknop op de behuizing van
het apparaat en houd deze ingedrukt tot het alarmsignaal klinkt (als u de knop
loslaat, kan het alarmsignaal nog een paar seconden door
gaan). Als het alarm
niet afgaat, moet u nagaan of het apparaat stroom krijgt; test de rookmelder
opnieuw. Als het alarm nog steeds niet afgaat, moet u de rookmelder onmid-
dellijk vervangen. Tijdens de test hoort u een luid, r
epeterend claxonsignaal:
toet, toet, toet…
Als u een serie onderling verbonden eenheden test, moet u elke eenheid apart
testen. Contr
oleer of alle eenheden een alarmsignaal geven telkens als u er
een test.
REGELMA
TIG ONDERHOUD
Deze r
ookmelder is zodanig ontworpen dat hij een minimum aan onderhoud
ver
eist, maar er zijn toch een paar éénvoudige dingen die u doen moet om te
garander
en dat hij goed blijft functioneren.
V
ervang de originele batterij uitsluitend door een van de hieronder
ver
melde batterijen. Als u een ander type batterij gebr
uikt, kunnen wij
de juiste werking van de r
ookmelder niet garanderen. Gebruik nooit
oplaadbar
e batterijen omdat deze niet altijd een constante spanning
lever
en.
•
Test de rookmelder tenminste één keer per week.
•
T
est ook na afwezigheid van een langer
e periode (bijvoorbeeld door
vakantie).
•
Maak de r
ookmelder tenminste eens per maand schoon. Stofzuig de
buitenkant van de rookmelder voorzichtig met behulp de zachte borstel
van uw stofzuiger
. Test de rookmelder. Maak de rookmelder nooit schoon
met water
, schoonmaakmiddelen of oplosmiddelen aangezien deze de
rookmelder kunnen beschadigen.
•
Als de rookmelder zo vuil of stoffig is geworden dat schoonmaken niet
meer helpt om valse alarmen te verhinder
en, moet u het apparaat onmid-
dellijk vervangen.
•
Als een rookmelder vaak een vals alarm geeft, moet u hem op een andere
plek ophangen. Zie "W
aar kunt u de r
ookmelders beter niet ophangen"
voor verdere bijzonderheden.
•
Alleen voor modellen 7010BE en SA730CE: Als de batterij bijna leeg is,
klinkt er ongeveer één keer per minuut een pieptoon (de "batterij leeg"
waarschuwing). Het apparaat kan dit waarschuwingssignaal 30 dagen
lang volhouden, maar voor uw eigen veiligheid is het beter om de batterij
onmiddellijk te verwisselen.
Alleen voor modellen 7010BE en SA730CE – Vervanging van de batterij:
Uw rookmelder werkt op een standaard 9 V batterij. U mag de volgende typen
batterijen gebruiken: Duracell #MN1604; Ener
gizer #522, #6LR61; Ever
eady
#PP3S, #6LF22; Gold Peak #1604P. U mag ook de langer meegaande Ultralife
U9VL-J lithiumbatterijen gebruiken.
Deze batterijen zijn verkrijgbaar in veel
winkels in uw buur
t.
Als u een lithiumbatterij gebr
uikt, bestaat er ontploffingsgevaar als de
batterij niet op de juiste manier geïnstalleer
d wor
dt. V
ervang een lithium-
batterij alleen door een ander
e lithiumbatterij of door een gelijksoortige
batterij.
De meeste koolzinkbatterijen hebben een gemiddelde levensduur van 1 jaar;
de meeste alkalinebatterijen hebben een gemiddelde levensduur van 1-2 jaar;
de meeste lithiumbatterijen hebben een gemiddelde levensduur van 6-10 jaar
.
De werkelijke levensduur van een batterij hangt af van de r
ookmelder en van
de omgeving waarin de r
ookmelder zich bevindt. Alle bovengenoemde
batterijen zijn geschikt om in deze r
ookmelder te worden gebruikt.
Als het
apparaat begint te "piepen" (de "batterij leeg" waarschuwing) MOET u
de batterij onmiddellijk ver
wisselen, ook als de levensduur van de
batterij volgens de gegevens van de fabrikant nog niet verstr
eken is.
Behandel de batterij als chemisch afval, lever ze separaat in bij uw winkelier
of gemeente depot.
WAARSCHUWING !
OPPASSEN !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
PAS OP !
WAARSCHUWING !
OPPASSEN !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
PAS
OP !
WAARSCHUWING !
OPP
ASSEN !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
PAS OP !
WAA
RSCHUWING !
OPPASSEN !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
PAS OP !
DE INDICATORLAMPJES EN ALARMSIGNALEN
OPMERKING: Als de stroom wordt ingeschakeld kunt u even één of
meerdere alarmsignalen te horen krijgen.
*
W
anneer een rookmelder uit een serie met elkaar verbonden melders rook
detecteert, begint zijn rode LED snel te knipperen. De rode LED’s van de
andere eenheden in de serie blijven uit. Dit helpt om te bepalen van welke
eenheid of eenheden het oorspr
onkelijke alarm afkomstig is.
Netvoeding (AC)
Alle modellen
DC-voeding
Normale werkingGroene LED brandt
continu
Rode LED knippert ca.
één keer per minuut
Geen geluidssignaal
Groene LED uit
Rode LED knippert ca.
é
én keer per minuut
Geen geluidssignaal
TestmodusGroene LED brandt
continu
Rode LED knippert snel
Geluidssignaal
Groene LED uit
Rode LED knippert snel
Geluidssignaal
Alar
mpauzemodus
Rode LED knippert
om de 10 seconden
Rode LED knippert
om de 10 seconden
A
larmtoestand *
(Eenheid die de r
ook
initieel detecteert)
Gr
oene LED brandt
continu
Rode LED knippert snel
G
eluidssignaal
Gr
oene LED uit
Rode LED knippert snel
Geluidssignaal
BEPERKTE GARANTIE
BRK Brands Europe Ltd., (“de onderneming”) garandeert dat deze rookmelder voor een periode van tien jaar vanaf de aankoopdatum vrij is van materiaal- en
fabricagefouten.
BRK Brands Europe Ltd. biedt verder geen uitdrukkelijke garantie voor deze rookmelder. Agenten, vertegenwoordigers, dealers of werknemers van de onderneming
zijn niet gemachtigd om de verplichtingen of beperkingen van deze garantie aan te passen of te beperken. De verplichting van de onderneming onder deze garantie is
beperkt tot r
eparatiewerkzaamheden aan of het vervangen van elk onder
deel van de r
ookmelder dat materiaal- of fabrieksfouten vertoont tijdens normaal gebruik en
onderhoud voor een periode van tien jaar vanaf de aankoopdatum. De onderneming is niet verplicht om rookmelders te repareren of te vervangen die gerepareerd
moeten worden als gevolg van schade, onredelijk gebruik, modificaties of aanpassingen die na de aankoopdatum plaatsvinden.
Aanspraak maken op garantie
Indien onderhoudswerkzaamheden vereist zijn, retourneer het product dan aan uw winkelier.
Batterij: BRK Brands Europe Ltd. geeft geen enkele geschreven of mondelinge, uitdrukkelijke of niet-uitdrukkelijke garantie, met inbegrip van de verkoopbaarheid of
geschiktheid voor een bepaald doel, met betrekking tot de batterij.
GEBRUIK VAN DE ALARMPAUZEKNOP
Met de Alarmpauzeknop kunt u een vals alarm tijdelijk (max. 15 minuten) tot
zwijgen br
engen.
Het indr
ukken van de Alarmpauzeknop schakelt het apparaat niet uit -
het wor
dt alleen tijdelijk minder gevoelig voor r
ook. Als de r
ook rond het
apparaat dicht genoeg is om op een potentieel gevaarlijke situatie te
wijzen, kunt u het alar
msignaal niet, of maar heel kor
t uitzetten. Dit is
voor uw eigen veiligheid. Als u de oor
zaak van de rook niet kent, mag u
niet aannemen dat het om een vals alarm gaat. Niet reageren op een
alar
m kan leiden tot materiële schade, letsel of de dood.
Om het alar
msignaal van een serie met elkaar verbonden r
ookmelders
tot zwijgen te br
engen:
1.
Om de meervoudige alarmsignalen van een gekoppelde serie melders
te laten zwijgen, drukt u op de T
est/Alarmpauzeknop van de eenheid
(eenheden) die het oorspr
onkelijke alarm heeft (hebben) gegeven.
2.
Nadat u op de deze knop heeft gedrukt, begint de rode LED om de 10
seconden te knipper
en.
3.Door op de Test/Alarmpauzeknop te drukken terwijl het apparaat al in de
alarmpauzemodus staat, kunt u de pauze-timer herstarten.
Met de alarmpauzefunctie kunt u een vals alarm tijdelijk (max. 15 minuten) tot
zwijgen br
engen. Druk op de Test/Alarmpauzeknop op de behuizing van de
melder als u gebruikt wilt maken van deze functie.
Als het alar
msignaal niet
zwijgt en er geen dichte r
ook aanwezig is, of als het apparaat continu
in de alar
mpauzemodus blijft staan, moet het onmiddellijk vervangen
wor
den.
WAA
RSCHUWING !
OPPASSEN !
BELANGRIJK !
GEV
AAR !
PAS OP !
WAARSCHUWING !
OPPASSEN !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
PAS OP !
Optische (Foto-elektrische) r
ookmelder
met netvoeding (AC), back-up batterij
en alarmpauzefunctie
Modellen
BRK
®
7010BE,
First Alert
®
SA730CE
V
oeding: 230V
~, 50Hz, 0.05A
Zor
g ervoor dat de rookmelder niet teveel ruis ontvangt. Te veel ruis kan veroorzaakt worden door grote apparaten die
ook op het lichtnet zijn aangesloten, door ener
gie van een generator of een zonnepaneel, een lichtdimmer of de nabijheid van neonbuizen. Te veel ruis
kan uw rookmelder beschadigen.
WAARSCHUWING !
OPPASSEN !
BELAN
GRIJK !
GEVAAR !
PAS OP !
Batterij bijna leegNiet van toepassing
Waarschuwingssignaal
met een fr
equentie van
ca. één "piepje"/
minuut
US Patent 6,377,182
7.Als het groene indicatorlampje niet brandt, moet u de STROOM NAAR
DE CENTRAAL –OF INBOUWDOOS AFSLUITEN
en dan pas alle
verbindingen nog eens contr
oleren. Als alle verbindingen in orde zijn en
het groene indicatorlampje nog steeds niet gaat branden als u de stroom
weer inschakelt, moet u de r
ookmelder onmiddellijk vervangen.
8.Test elke rookmelder. Druk de Test/Alarmpauzeknop in totdat het alarm
afgaat.
Als u een serie met elkaar verbonden melders test, moet u
elke eenheid afzonderlijk testen. Verzeker u ervan dat alle melders
afgaan telkens als u één van de aangesloten eenheden test.
Als één van de onderling verbonden melders niet afgaat, moet u de
STROOM UITSCHAKELEN en de verbindingen nog eens controleren.
Als de melder nog steeds niet afgaat als u de stroom weer inschakelt,
moet u deze onmiddellijk vervangen.
WAA
RSCHUWING !
OPPASSEN !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
PAS OP !
ALS DE ROOKMELDER AFGAA
T
REAGEREN OP EEN ALARM
Als het alarm afgaat, hoort u een luid, repeterend claxonsignaal:
toet, toet, toet...
•
Als de rookmelder afgaat en u niet bezig was met het apparaat te
testen, betekent dit dat er een potentieel gevaarlijke situatie bestaat
die uw onmiddellijke aandacht ver
eist. U mag een alarm NOOIT
neger
en. Het negeren van een alarm kan letsel of de dood tot gevolg
hebben.
•
Sluit nooit de stroom (AC) af om een vals alarm (veroorzaakt door
kookdampen e.d.) tot zwijgen te brengen. Als u de stroom uitschakelt,
schakelt u ook de r
ookmelder uit. Hij kan dan geen rook meer
detecter
en en u bent niet langer beschermd. In plaats daarvan kunt u
beter een raam openzetten of de rook uit de buurt van het apparaat
wuiven. De r
ookmelder reset automatisch.
•Als het alarmsignaal van de rookmelder klinkt, moet u ervoor zorgen
dat ieder
een onmiddellijk de woning verlaat.
•
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK. Als u probeert om de
stroomconnector uit de eenheid te trekken terwijl de stroom nog
aanstaat, kan dit een elektrische schok, er
nstig letsel of de dood tot
gevolg hebben.
W
anneer een onderling verbonden systeem van op netvoeding (AC) werkende
eenheden een alarmsignaal geeft, zal het indicatorlampje op de eenheid (een-
heden) die het gevaar detecteerde met een hoge frequentie gaan knipperen.
De indicatorlampjes van de overige eenheden blijven UIT
.
Als het alarmsignaal van de rookmelder klinkt, moet u ervoor zorgen dat
ieder
een onmiddellijk de woning verlaat.
Als het alarm afgaat en u weet zeker dat de rook niet door een brand wordt
veroorzaakt —kookdampen of een erg stoffige oven—opent u het dichtstbij-
zijnde venster en wuift u de r
ook weg van de eenheid. (Gebruik de
Alarmpauzeknop om het alarmsignaal tot zwijgen te brengen). Dit zorgt
ervoor dat het alarm stopt en als de rook weggetrokken is zal de eenheid
automatisch r
esetten.
WAT DOET U IN GEVAL VAN BRAND
•
Raak niet in paniek; blijf kalm. Volg het ontsnappingsplan dat u met uw
familieleden heeft afgespr
oken.
•Verlaat het huis zo snel mogelijk. Verspil geen tijd met aankleden of
spullen te verzamelen.
•Leg de rug van uw hand tegen een deur voordat u hem open doet. Als een
deur koud aanvoelt, doet u hem langzaam open. Als een deur heet is, laat
u hem dicht. Houd alle deuren en ramen gesloten tenzij u ze moet
gebruiken om te ontsnappen.
•Bedek uw neus en mond met een (bij voorkeur vochtige) doek. Adem kort
en oppervlakkig in.
•Kom samen op de afgesproken plek buiten het huis en tel de hoofden
zodat u weet dat iedereen in veiligheid is.
•
Als u buiten bent, waarschuwt u zo snel mogelijk de brandweer
. Geef
eerst uw adr
es en dan uw naam.
•
Ga nooit en om geen enkele r
eden terug naar binnen in een brandend
gebouw
.
•
Vraag uw lokale brandweer hoe u uw woning veiliger kunt maken.
Alar
mtoestellen hebben verschillende beperkingen. Zie "Beperkingen
van r
ookmelders" voor ver
der
e bijzonderheden.
WAARSCHUWING !
OPPASSEN !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
PAS
OP !
WAARSCHUWING !
OPPASSEN !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
PAS OP !
WAARSCHUWING !
OPPASSEN !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
PAS OP !
ALS U VERMOEDT DAT ER EEN PROBLEEM IS
Een r
ookmelder zou niet goed kunnen werken omdat er geen batterij in zit,
omdat de batterij leeg raakt, omdat er zich te veel vuil, stof of vet op de
behuizing heeft verzameld, of omdat hij op een verkeer
de plek is geïnstalleerd.
Maak de r
ookmelder schoon volgens de aanwijzingen in "Regelmatig onder-
houd" en zet er een nieuwe batterij in. T
est de rookmelder opnieuw. Als de
r
ookmelder niet goed werkt als u de testknop indrukt, of als het pr
obleem
niet verholpen is, moet u de r
ookmelder onmiddellijk vervangen.
•
Als u één keer per minuut een pieptoon hoor
t, moet de batterij
vervangen worden (alleen voor modellen 7010BE en SA730CE).
•
Als u vaak last heeft van een vals alar
m (bijv
. ver
oor
zaakt door kook-
dampen), kunt u proberen om de rookmelder op een andere plek op
te hangen.
•
Als het alarm afgaat terwijl er geen rook te zien is, kunt u proberen
om de r
ookmelder schoon te maken of op een ander
e plek op te
hangen. De rookmelder is misschien vuil of stoffig.
•
Als het alar
m niet afgaat tijdens de test, moet u contr
oleren of het
apparaat stroom ontvang van het lichtnet (AC).
Voordat u onderhouds- of reparatiewerkzaamheden uitvoert op een
r
ookmelder die op het net werkt (AC) of op een AC/DC r
ookmelder
, moet
het worden ontladen. Eerst schakelt u de netstroom (AC) uit. Vervolgens
ver
wijder
t u de batterijen uit de rookmelders met batterijvoeding.
Tenslotte houdt u de Test/Alarmpauzeknop 5 tot 10 seconden ingedrukt
om te ontladen.
Als de rookmelder nog steeds niet goed functioneert en de garantieperiode
nog niet verstreken is, raadpleegt u "Hoe krijgt u garantieservice" in de sectie
"Beperkte Garantie".
Probeer de rookmelder niet zelf te repareren
- in dat geval vervalt de garantie!
WAARSCHUWING !
OPPASSEN !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
PAS OP !
AANBEVOLEN LOCA
TIES VOOR ROOKMELDERS, vervolg
AANBEVOLEN LOCA
TIES VOOR ROOKMELDERS
De installatie van rookmelders in ééngezinswoningen
NB: In Nederland dient de plaatsing van rookmelders in nieuwbouw-en
renovatie woningen te voldoen aan het Bouwbesluit. Het Bouwbesluit
verwijst naar de NEN 2555, waarin wordt beschreven aan welke eisen de
rookmelder dient te voldoen en waar ze opgehangen dienen te worden.
Volgens het "British Standards Institution" (BSI) verdient het aanbeveling om
één rookmelder op elke verdieping te plaatsen en één in elke woonruimte, in
elke slaapkamer of elk slaapgedeelte. In nieuwbouw moeten de rookmelders
aangesloten worden op het lichtnet (AC). Zie "Aanbevelingen van het British
Standar
ds Institution (BSI)" voor ver
dere bijzonderheden. Voor een nog grotere
bescherming raden wij u aan om ook rookmelders te installeren in gangen,
opslagruimtes, afgewerkte zolderverdiepingen en dakruimtes. De rookmelders
moeten zo geplaatst worden dat de rook de sensorkamer kan bereiken,
ongehinderd door deuren of andere obstructies. Zorg er ook voor dat het
alarmsignaal voor alle bewoners goed hoorbaar is.
Installeer de r
ookmelders bij voorkeur:
•Waar de temperatuur gewoonlijk tussen de 4°C en 38°C blijft.
•
Op elke ver
dieping van uw woning, met inbegrip van afgewerkte zolders.
•In elke slaapkamer, vooral als de bewoners met de deur dicht slapen.
•In de gang naast elk slaapgedeelte. Als uw woning meerdere
slaapgedeeltes heeft, moet u in elk gedeelte een rookmelder installeren.
Als een gang langer dan 7.5 meter is, installeert u een r
ookmelder aan het
begin en aan het einde van de gang.
•
Bovenaan de trap van de eerste naar de tweede ver
dieping en van de
trappen naar de volgende verdiepingen, en onderaan de trap van de
begane gr
ond.
De speciale vereisten voor het installeren van rookmelders kunnen variëren
van regio tot regio. De plaatselijke brandweer en de bouwinspectie kunnen u
zeggen wat de ver
eisten voor uw regio zijn.
Wordt vervolgd...
WAARSCHUWING !
OPPASSEN !
BELANGRIJK !
GEVAAR !
PAS OP !
ONDERLING MET
E
LKAAR VERBONDEN
ROOKMELDERS
AANBEVOLEN VOOR
EXTRA BESCHERMING
SLAAPKAMER
SLAAPKAMER
GANG
WOONKAMERKEUKEN
V
EREIST OM
TE VOLDOEN
AAN DE BSI
AANBEVELINGEN
AANBEVOLEN
VOOR EXTRA
BESCHERMING
S
LAAPKAMER
SLAAPKAMER
ZITKAMER
EETKAMER
BIJ MEERDERE VERDIEPINGEN
BIJ 1 VERDIEPING, APPARTEMENT,
MOBILE HOME
LEGENDE:
NIEUWE CONSTRUCTIES
HITTEMELDERS
AANBEVOLEN VOOR
EEN EXTRA
B
ESCHERMING
KEUKEN
OP ELEKTRISCHE STROOM
AANBEVELINGEN VAN HET "BRITISH STANDARDS
INSTITUTION" (BSI)
BS 5839 Deel 6 (Praktijkrichtlijnen voor het ontwerp en de installatie van
branddetectie- en alarmsystemen in woningen)
Rookmelders moeten geïnstalleer
d worden in alle circulatieruimtes (gewoonlijk
gangen en trappen) die deel uitmaken van vluchtroutes, één op elke
ver
dieping, en in alle kamers en ruimtes waar het brandgevaar groot is.
Bovendien moeten er ook r
ookmelders geïnstalleerd worden tussen de
slaapgedeeltes en de meest waarschijnlijke brandbronnen (woonkamer).
In geval van lange gangen, portalen of afgeschermde kamers of ruimtes die
zich meer dan 7,5 meter van de dichtstbijzijnde rookmelder bevinden, kan
men extra rookmelders Installeren. De installatie van extra rookmelders
kan ook nodig zijn in geval van dakruimtes waar brandbar
e materialen of
ontstekingsbronnen opgeslagen liggen.
Gewoonlijk is het niet aan te bevelen om r
ookmelders te installeren in
keukens, toiletten, badkamers of doucheruimtes. De omstandigheden in deze
ruimtes kunnen aanleiding geven tot een onjuiste werking van de rookmelder.
In nieuwbouwwoningen moeten de melders aangesloten zijn op het lichtnet
(AC). Voor extra bescherming kan vereist zijn dat de op netspanning (AC)
werkende eenheden ook voorzien zijn van een geïntegreerde noodvoeding
(AC/DC) en zodanig geïnstalleer
d zijn dat als er een individuele melder een
alarmsignaal geeft, alle andere melders in de woning ook een alarmsignaal
geven.
NB: In Nederland dient de plaatsing van r
ookmelders in nieuwbouw-en
r
enovatie woningen te voldoen aan het Bouwbesluit. Het Bouwbesluit
ver
wijst naar de NEN 2555, waarin wordt beschreven aan welke eisen de
r
ookmelder dient te voldoen en waar ze opgehangen dienen te worden.
WAAR KUNT U ROOKMELDERS BETER NIET
OPHANGEN
Op sommige plekken kunnen rookmelders niet optimaal functioneren.
Het is daar
om aan te bevelen om rookmelders NIET te installeren in de
volgende r
uimtes (in veel van de genoemde gevallen wordt de plaatsing
van hittemelders aanbevolen):
•Waar verbrandingsdeeltjes worden geproduceerd. Verbrandingsdeeltjes
wor
den gevormd als er iets brandt. Ruimtes die vermeden moeten worden
zijn o.a. keukens, garages en ketelruimtes. De afstand tussen een r
ook-
melder en een bron van verbrandingsdeeltjes (fornuis, verwarmingsketel,
verwarmingstoestel) moet tenminste 3 meter
, en indien mogelijk 6 meter
bedragen. Der
gelijke ruimtes moeten zo veel mogelijk geventileerd
worden.
Opmerking: Als u een rookmelder minder dan 6 meter van
een br
on van verbrandingsdeeltjes moet installeren, is het aan te
bevelen de r
uimte goed te ventileren en de rookmelder goed schoon
te houden.
•In luchtstromingen in de nabijheid van een keuken. Luchtstromingen
kunnen de kookdampen in de sensorkamer van de r
ookmelder bij de
keuken tr
ekken en zo een vals alarm ver
oorzaken.
•
In erg vochtige ruimtes of dampige ruimtes, of in met stoom gevulde
ruimtes, moet u een afstand van minstens 3 meter aanhouden tussen de
r
ookmelders en de badkamers, toiletten, douches, afwasmachines enz.
•
W
aar de temperatuur regelmatig lager wordt dan 4°C of hoger dan 38°C,
zoals onverwarmde bijgebouwen, schur
en, portieken of dakruimtes.
•
In er
g stof
fige, vuile of vette ruimtes. Installeer een rookmelder niet direct
boven een kooktoestel. Zorg ervoor dat rookmelders in de wasruimte vrij
van stof en pluizen blijven.
•
Dichtbij luchtopeningen, plafondventilatoren, of in ruimtes waar het erg
tocht. T
ocht kan de rook wegblazen van de rookmelder zodat de rook de
sensorkamer niet kan bereiken.
•
In ruimtes waar veel insecten zijn. Insecten kunnen de openingen naar de
sensorkamer verstoppen en een vals alarm veroorzaken.
•Minder dan 300 mm van een lamp armatuur. Elektrische ruis (afkomstig
van neonbuizen e.d.) kan de werking van de sensor beïnvloeden.
•
Waar de onderkant van een aan de muur bevestigde rookmelder onder
de bovenkant van de deur
opening uitsteekt.
•
In kamers die behangen, geverfd of met artex behandeld worden.
•
Op "dode lucht" plekken (plekken zonder luchtcirculatie). "Dode lucht"
kan verhinderen dat rook de rookmelder bereikt.
VERMIJD "DODE LUCHT" PLEKKEN
"Dode lucht" kan verhinderen dat de rook de rookmelder bereikt. Om dit te
vermijden moet u de volgende raadgevingen opvolgen voor het installer
en
van uw r
ookmelders.
Aan het plafond, installeer de r
ookmelder zo dicht mogelijk bij het midden
van het plafond. Als dit niet mogelijk is, installeert u de r
ookmelder minstens
300 mm van een muur of een hoek.
Aan de muur (indien toegestaan volgens de bouwver
or
deningen), de boven
-
ste rand van de r
ookmelder moet zich tussen de 102 en 300 mm van de
grens tussen de muur en het plafond bevinden, onder de typische "dode
lucht" ruimte.
Aan een puntig of hellend plafond, installeer de eerste r
ookmelder op een
afstand van minder dan 0,9 meter van het hoogste punt van het plafond,
horizontaal gemeten. Afhankelijk van de lengte, de hoek, enz. van de helling
van het plafond, kunnen meer
dere rookmelders vereist zijn. Nadere informatie
over de speciale eisen voor hellende of puntige plafonds vindt u in BS 5839
Deel 6, 5588 Deel 1 en in de plaatselijke bouwverordeningen.
OVER ROOKMELDERS
Rookmelders met een batterijvoeding (DC): Beschermen u ook als de elek
-
triciteit uitvalt, op voorwaarde dat de batterijen vol zijn en correct geïnstalleerd
werden. De apparaten zijn gemakkelijk te installeren en hoeven niet door een
expert geplaatst te wor
den. Ze kunnen ook onderling verbonden wor
den,
afhankelijk van het model, zodat alle rookmelders afgaan als één ervan rook
detecteert.
Rookmelders die op het lichtnet (AC) werken: Kunnen onderling verbonden
wor
den zodat alle r
ookmelders afgaan als één ervan r
ook detecteert.
Ze werken niet als de netstr
oom uitvalt.
Op het lichtnet (AC) werkende rookmelders met noodbatterij (DC): blijven
ook werken als de netstroom uitvalt, op voorwaarde dat de batterijen vol zijn
en correct geïnstalleerd werden. Apparaten die op het lichtnet (AC) werken en
op het lichtnet werkende apparaten met een noodbatterij (AC/DC) moeten
door een bevoegd elektricien worden geïnstalleerd.
Al deze rookmelders zijn ontworpen om u in een vroeg stadium te
waarschuwen voor brand, op voorwaarde dat zij geplaatst, geïnstalleerd en
onderhouden worden volgens de voorschriften in de handleiding, en indien
de rook hun sensorkamer bereikt. Sommige plaatselijke bouwverordeningen
ver
eisen de installatie van specifieke rookmelders in nieuwbouw of in
verschillende gedeeltes van het huis.
DE BEPERKINGEN VAN ROOKMELDERS
Rookmelders hebben overal ter wer
eld in belangrijke mate bijgedragen aan
de daling van het aantal doden ten gevolge van huisbranden. Maar net zoals
alle ander
e alarmtoestellen kunnen rookmelders alleen goed functioneren als
ze op de juiste manier geïnstalleer
d en onderhouden worden, en als de rook
de melder kan ber
eiken. Ze zijn niet onfeilbaar
.
Rookmelders kunnen soms niet iedereen wakker te maken. De
vluchtr
oute moet minstens twee keer per jaar geoefend worden, waarbij
ieder
een mee moet doen – ook kleine kinderen en grootouders. Zorg ervoor
dat uw kinderen al bekend zijn met het vluchtplan en de vluchtroute voordat u
een nachtelijke brandoefening houdt terwijl ze slapen. Als kinder
en of andere
bewoners niet snel genoeg wakker wor
den van het alarmsignaal, of als er heel
jonge kinder
en of personen met motorische beperkingen in huis aanwezig zijn,
moet u iemand aanwijzen die hen helpt tijdens de brandoefening en tijdens
een echte noodsituatie. Het is aan te bevelen om een brandoefening te
houden terwijl uw gezin slaapt. Zo kunt u zien hoe zij op het alarmsignaal van
de r
ookmelder reageren als zij slapen en besluiten of iemand hulp nodig heeft
in een echte noodsituatie.
Rookmelders kunnen niet werken zonder voeding. Apparaten met een
batterijvoeding kunnen niet werken als ze niet voorzien zijn van batterijen, als
de batterijen losgekoppeld zijn, als de batterijen op zijn of van het verkeer
de
type, of als de batterijen niet juist geïnstalleer
d zijn. Apparaten die op het
lichtnet werken (AC) kunnen niet functioner
en als de netstr
oom om de een of
ander
e reden uitvalt (gesprongen zekering, een storing in de hoofdleiding of
de elektriciteitscentrale, door
gebrande elektriciteitsdraden ten gevolge van een
kortsluiting enz.). Als u zich zorgen maakt over de beperkingen van batterij-
voeding of het lichtnet, kunt u beide typen r
ookmelders installer
en.
Rookmelders kunnen geen brand detecteren als de rook ze niet bereikt.
Rook afkomstig van brand in schoorstenen, mur
en, op daken of aan de andere
kant van gesloten deur
en, kan soms de sensorkamer niet ber
eiken om het
alarm af te doen gaan. Daarom moet er een rookmelder worden geïnstalleerd
in elke slaapkamer of elk slaapgedeelte—vooral als de deur
en naar de
slaapkamer of het slaapgedeelte gesloten zijn—en ook in de tussenliggende
gangen.
Rookmelders zijn soms niet in staat om een brand op een ander
e
ver
dieping of in een ander gedeelte van het huis te detecteren.
Het kan
zijn dat een niet met ander
e r
ookmelders verbonden eenheid op de tweede
verdieping de rook van een brand op de begane grond pas detecteert als de
brand zich al uitgebr
eid heeft. In dat geval heeft u misschien niet genoeg tijd
om te ontsnappen. Daar
om bevelen wij aan om minstens één r
ookmelder te
installeren in alle ruimtes (gewoonlijk gangen en trappen) die deel uitmaken
van vluchtr
outes en bovendien in alle kamers en ruimtes waar het brandgevaar
gr
oot is. Zelfs met een rookmelder op elke verdieping geven niet met elkaar
verbonden melders niet zo veel bescherming als melders die wel onderling
verbonden zijn. Dit is vooral het geval als de brand begint in een afgelegen
ruimte. Sommige veiligheidsexperts raden dan ook aan om onderling
verbonden, op het lichtnet (AD) werkende rookmelders te installeren die
bovendien voorzien zijn van een noodbatterij (DC) (zie "Over r
ookmelders"), of
een pr
ofessioneel branddetectiesysteem. In dit geval zullen alle r
ookalarmen
afgaan als één ervan rook detecteert. Onderling verbonden rookmelders
waarschuwen soms in een eer
der stadium voor brand dan een systeem van
niet met elkaar verbonden melders, omdat alle rookmelders af zullen gaan als
één ervan r
ook detecteert.
Rookmelders zijn niet altijd hoorbaar. Hoewel de alarmclaxon van dit
apparaat meer dan voldoet aan de huidige standaar
d, is hij misschien niet
hoorbaar als: 1) de r
ookmelder zich aan de ander
e kant van een gesloten of
gedeeltelijk gesloten deur bevindt, 2) de bewoners kort geleden alcohol of
verdovende middelen hebben gebruikt, 3) het alarmsignaal wordt overstemd
door het geluid van een ster
eo-installatie, een televisie, het verkeer
, de
air
conditioning of andere apparatuur, 4) de bewoners slechthorend zijn of erg
vast slapen. Voor slechthorende bewoners moet men speciale alarmtoestellen
installeren die ook visuele alarmsignalen geven.
Rookmelders kunnen in sommige gevallen niet snel genoeg afgaan omdat
de rook van bepaalde brandhaarden de rookmelder niet onmiddelijk
ber
eikt. Dit kan brandschade, letsel of dood als gevolg hebben.
V
oorbeelden hiervan zijn mensen die in bed roken, kinderen die met
lucifers spelen, of branden die ver
oorzaakt worden door een heftige
gasexplosie.
Rookmelders zijn niet onfeilbaar.
Net zoals alle andere elektronische
apparaten, zijn rookmelders gemaakt van componenten die kunnen verslijten
of op elk willekeurig moment defect kunnen raken. U moet de r
ookmelder
elke week testen om er zeker van te zijn dat u beschermd bent. Rookmelders
zijn niet in staat om branden te voorkomen of te blussen. Ze vormen geen
alter
natief voor een brand- of levensverzekering.
Rookmelders hebben een beperkte levensduur. Het apparaat moet
onmiddellijk vervangen wor
den als het niet juist functioneert. Elke r
ookmelder
moet tien jaar na aankoop vervangen wor
den. Noteer de aankoopdatum op
de handleiding en bewaar deze op een veilige plek. Gooi de melder niet weg,
maar stuur of breng deze naar uw leverancier.
Het symbool met de doorgekruiste container wil zeggen
dat het pr
oduct aan het einde van zijn levenscyclus moet
wor
den aangeboden voor gescheiden afvalverzameling
(Europese Richtlijn). Dit geldt voor het apparaat, maar ook
voor de batterijen en alle andere accesoires die van dit
symbool zijn voorzien. Gooi dit product, de batterijen noch
de accessoires niet bij het gewone huisvuil. Uw gemeente
kan u inlichten waar u inzamelingspunten kunt vinden.
BRK Brands Europe Ltd.,
Gordano Gate
Portishead
BS20 7GG Bristol, United Kingdom
www.brkdicon.eu
www.firstalert.eu
SPECIALE VOORSCHRIFTEN
Deze r
ookmelder is geen geschikte vervanging voor een volledig brand-
detectiesysteem in gebouwen waarin veel mensen zijn gehuisvest—
zoals flatgebouwen (gemeenschappelijke vluchtr
outes), hotels, motels,
jeugdherber
gen, logementen, ziekenhuizen, verpleeg- en revali-
is a registered trademark of the First Alert Trust.
Brauchen Sie Hilfe? Stellen Sie Ihre Frage.
Missbrauch melden von Frage und/oder Antwort
Libble nimmt den Missbrauch seiner Dienste sehr ernst. Wir setzen uns dafür ein, derartige Missbrauchsfälle gemäß den Gesetzen Ihres Heimatlandes zu behandeln. Wenn Sie eine Meldung übermitteln, überprüfen wir Ihre Informationen und ergreifen entsprechende Maßnahmen. Wir melden uns nur dann wieder bei Ihnen, wenn wir weitere Einzelheiten wissen müssen oder weitere Informationen für Sie haben.
Art des Missbrauchs:
Forenregeln
Um zu sinnvolle Fragen zu kommen halten Sie sich bitte an folgende Spielregeln:
Lesen Sie zuerst die Anleitung;
Schauen Sie nach, ob die Frage bereits gestellt wurde;
Stellen Sie die Frage so deutlich wie nur einigermaßen möglich;
Erwähnen Sie was Sie bereits versucht haben um das Problem zu lösen;
Ist Ihr Problem von einem Besucher gelöst dann lassen Sie ihn / sie wissen in diesem Forum;
Falls Sie reagieren möchten, so verwenden Sie bitte das Antworten- Formular;
Da ihre Frage für alle Besucher sichtbar ist, sollten Sie lieber keine persönliche Daten erwähnen.
Neu registrieren
Registrieren auf E - Mails für First Alert SA730CE wenn:
neue Frage gestellt werden
neue Handbücher vorhanden sind
Sie erhalten eine E-Mail, um sich für eine oder beide Optionen anzumelden.
Das Handbuch wird per E-Mail gesendet. Überprüfen Sie ihre E-Mail.
Wenn Sie innerhalb von 15 Minuten keine E-Mail mit dem Handbuch erhalten haben, kann es sein, dass Sie eine falsche E-Mail-Adresse eingegeben haben oder dass Ihr ISP eine maximale Größe eingestellt hat, um E-Mails zu erhalten, die kleiner als die Größe des Handbuchs sind.
Ihre Frage wurde zu diesem Forum hinzugefügt
Möchten Sie eine E-Mail erhalten, wenn neue Antworten und Fragen veröffentlicht werden? Geben Sie bitte Ihre Email-Adresse ein.