I Algemene Gebruikershandleiding 43
Gebruik op aopende stukken niet continu de terug-
traprem, omdat de interne remonderdelen hierdoor
erg warm kunnen worden en dit kan tot een vermin-
derd remvermogen leiden. Gebruik bij lange en steile
afdalingen ook aisselend altijd de tweede rem
(voorwielrem), zodat de achterwielrem kan aoelen.
Omdat de remtrommel bij langdurig remmen zeer heet
kan worden, mag deze minimaal 30 minuten na het
etsen niet worden aangeraakt.
Remtrommel
21.3.2 Terugtraprem
Bij terugtrapremmen wordt de remkracht met de voet via
de ketting naar de reminstallatie overgebracht. Bij een
lange duurbelasting worden de terugtrapremmen zeer
warm. Hierdoor neemt het remvermogen af en de rem kan
zelfs helemaal stoppen met werken. Stel uw rijgedrag
hierop in.
U activeert de terugtraprem door achteruit te trappen.
Aankelijk van hoe uw voeten resp. de pedaalarmen
staan, wordt de terugtraprem verschillend sterk geac-
tiveerd. Wanneer de krukarmen verticaal staan, dus
een van uw voeten helemaal boven en een helemaal
beneden op de pedalen staat, kunt u niet krachtig
remmen. Zet de krukarmen horizontaal als u elk mo-
ment wilt kunnen of moet kunnen remmen.
De terugtraprem is goed te doseren. Het volledige
remvermogen wordt pas na een bepaalde inrijperiode
bereikt.
Gebruik ter gewenning de rem voorzichtig om te wen-
nen aan de remvertraging van de terugtraprem.
Wanneer de ets langere tijd hee stilgestaan, kan
het remeect door een roestlaagje in de remtrommel
worden versterkt. Rem daarom na een dergelijke pe-
riode enkele keren licht, zodat het roestlaagje wordt
verwijderd. Een abrupte blokkering van de rem wordt
hierdoor voorkomen.
Wanneer de naaf te heet wordt, kan er sprake zijn
van een tekort aan smeermiddel en kan het remeect
sterker zijn. In dergelijke gevallen dienen de remmen
door een erkende etsenmaker te worden gecontro-
leerd.