Plaats kinderen met een lichaamsgewicht
van minder dan 13 kilogram in een
achterwaarts gericht babyzitje (Groep 0+)
dat op de achterbank is bevestigd.
Kinderzitje
Vervoer kinderen met een lichaamsgewicht
van 13 tot 18 kilogram in een kinderzitje
(Groep 1), dat op de achterbank is
bevestigd.
Zitverhogers
WAARSCHUWINGEN
Bevestig een kinderzitje of een
zitverhoger nooit alleen met de
heupgordel.
Bevestig een kinderzitje of een
zitverhoger niet met een
veiligheidsgordel die niet gespannen
is of gedraaid zit.
Leg de schoudergordel niet onder de
arm of achter de rug van het kind
langs.
Gebruik geen kussens, boeken of
handdoeken om het kind hoger te
laten zitten.
Zorg ervoor dat uw kinderen rechtop
zitten.
WAARSCHUWINGEN
Wanneer u een kinderzitje op een
achterbank gebruikt, zorg dan dat
het kinderzitje stevig tegen de stoel
rust. Het mag de hoofdsteun niet raken.
Verwijder de hoofdsteun indien nodig. Zie
Hoofdsteunen (bladzijde 90).
U moet de hoofdsteun weer
aanbrengen nadat het kinderzitje is
verwijderd. Zie Hoofdsteunen
(bladzijde 90).
Zitverhoger (groep 2)
Laat kinderen met een lichaamsgewicht
van meer dan 15 kilogram, maar met een
lengte van minder dan 150 centimeter in
een kinderzitje of op een zitverhoger
plaatsnemen.
Wij raden het gebruik van een kinderzitje
aan, dat uit een zitverhoger met een
rugleuning bestaat in plaats van alleen een
zitverhoger. De hogere zitpositie zorgt
ervoor dat de standaard veiligheidsgordel
correct over het midden van de schouder
van het kind en de heupgordel over de
heupen komt te liggen.
18
Veiligheidsuitrusting voor kinderen