Druk eenmaal de startknop in.
Motor starten bij uitvoeringen met
automatische transmissie
N.B.:
Door tijdens het starten het
rempedaal op te laten komen, wordt de
startmotor uitgeschakeld maar blijft het
contact aan.
1. Controleer of de transmissie in stand
P of N staat.
2. Druk het rempedaal volledig in.
3. Druk de startknop kortstondig in.
Motor starten bij uitvoeringen met
handgeschakelde versnellingsbak
N.B.:
Door tijdens het starten het
koppelingspedaal op te laten komen,
wordt de startmotor uitgeschakeld maar
blijft het contact aan.
1. Druk het koppelingspedaal volledig in.
2. Druk de startknop kortstondig in.
Zie Sleutelloos starten (bladzijde 86).
Controlelamp overmatige
hoeveelheid roet
De controlelamp gaat branden
als regeneratie nodig is. Zie
Dieselroetfilter (DPF)
(bladzijde 89).
LET OP
Als de controlelamp samen met de
controlelamp motorstoring brandt,
dan geeft dit een overmatige
hoeveelheid roetdeeltjes aan. Laat dit
onmiddellijk door een geschoolde
monteur controleren.
Als de controlelamp samen met de
controlelamp brandt, dan moet het
dieselroetfilter wellicht worden
vervangen. Laat dit onmiddellijk door een
geschoolde monteur controleren.
Stuurwiel instellen
WAARSCHUWING
Verstel het stuurwiel nooit wanneer
de auto in beweging is.
14
Kort overzicht