ToerentellerA
InformatiedisplayB
SnelheidsmeterC
BrandstofpeilmeterD
Terugsteltoets dagtellerE
Brandstofpeilmeter
De pijl naast het symbool van de
benzinepomp duidt aan, aan welke zijde
zich de brandstofvulklep bevindt.
WAARSCHUWINGS- EN
INDICATIELAMPEN
De volgende waarschuwings- en
controlelampen gaan branden wanneer
het contact wordt aangezet:
•
ABS
•
Airbag
•
Remsysteem
•
Niet goed gesloten portier(en)
•
Motor
•
Vorst
•
Contact
•
Oliedruk
•
Stuurbekrachtiging
•
Stabiliteitsregeling (ESP)
Indien een van deze waarschuwings- of
controlelampen niet gaat branden
wanneer het contact wordt aangezet,
duidt dit op een storing. Laat het systeem
onmiddellijk door een geschoolde
monteur controleren.
60
Instrumenten