VEILIGHEIDSMAATREGELEN
WAARSCHUWINGEN
Stop met tanken nadat het
vulpistool voor de tweede keer is
afgeslagen. Alle brandstof die u dan
nog toevoegt vult de expansieruimte in
de brandstoftank, hetgeen er toe kan
leiden dat de brandstof overstroomt. Het
morsen van brandstof kan gevaarlijk zijn
voor andere weggebruikers.
Vermijd open vuur of hittebronnen
in de nabijheid van het
brandstofsysteem. Het
brandstofsysteem staat onder druk.
Wanneer het brandstofsysteem lekt,
bestaat het gevaar van verwonding.
BRANDSTOFKWALITEIT -
BENZINE
N.B.:
Gebruik uitsluitend brandstof van
hoge kwaliteit zonder additieven of
andere toevoegingen.
LET OP
Gebruik geen gelode benzine of
benzine met additieven die andere
metallische bestanddelen (bijv. op
mangaan gebaseerd) bevat. Deze kunnen
het emissiesysteem beschadigen.
Gebruik ongelode benzine met een
minimum octaangetal van 95 die
voldoet aan de specificatie EN 228, of
een equivalent.
BRANDSTOFKWALITEIT -
DIESEL
N.B.:
Gebruik uitsluitend brandstof van
hoge kwaliteit zonder additieven of
andere toevoegingen.
WAARSCHUWING
Meng de dieselolie niet met olie,
benzine of andere vloeistoffen. Deze
kunnen een chemische reactie
veroorzaken.
LET OP
Voeg geen kerosine, paraffine of
petroleum aan de dieselolie toe.
Deze kunnen het brandstofsysteem
beschadigen.
N.B.:
Wij raden het langdurig gebruik van
additieven af die vlokvorming moeten
voorkomen.
Gebruik dieselolie die voldoet aan de
specificatie EN 590, of een equivalent.
U kunt dieselolie gebruiken die maximaal
5% RME (biodiesel) bevat.
TANKKLEP
WAARSCHUWINGEN
Voorkom dat tijdens het tanken
brandstof wordt gemorst, die zich
in het vulpistool bevindt.
Wij raden aan minimaal 10 seconden
te wachten alvorens het vulpistool
uit de vulbuis te halen, zodat alle
achtergebleven brandstof in de
brandstoftank kan stromen.
LET OP
Wanneer u een hogedrukspuit
gebruikt om uw auto te wassen, spuit
dan kort op de tankklep vanaf een
afstand van niet minder dan 20
centimeter (8 inch).
90
Brandstof en tanken