WERKING
Met cruise control (automatische
snelheidsregeling) kunt u met behulp van
de schakelaars op het stuurwiel de
rijsnelheid instellen. U kunt cruise control
gebruiken bij snelheden hoger dan
ongeveer 30 km/u.
GEBRUIK MAKEN VAN
SNELHEIDSREGELING
(CRUISE CONTROL)
WAARSCHUWING
Schakel onder drukke
verkeersomstandigheden, op
trajecten met veel bochten en op
gladde wegen cruise control niet in.
Cruise control inschakelen
Druk de schakelaar in om de huidige
snelheid op te slaan en aan te houden.
De controlelamp van de cruise control
gaat branden. Zie Waarschuwings-
en indicatielampen (bladzijde 60).
Ingestelde snelheid
veranderen
WAARSCHUWING
Wanneer u een heuvel afrijdt, kan
de snelheid hoger worden dan de
ingestelde snelheid. Het systeem
stelt niet de remmen in werking. Schakel
terug en druk op de SET- schakelaar om
het systeem te helpen de ingestelde
snelheid te handhaven.
N.B.:
Wanneer u het gaspedaal indrukt,
verandert de ingestelde snelheid niet.
Wanneer u het gaspedaal loslaat, gaat de
auto weer met de eerder ingestelde
snelheid rijden.
102
Snelheidsregeling (cruise control)