Rijden op onvoldoende opgepompte
banden kan:
• ervoor zorgen dat ze oververhit raken.
• leiden tot een klapband.
• leiden tot een hoger brandstofverbruik.
• de levensduur van de banden beperken.
• het gedrag of de stopprestaties van de
auto beïnvloeden.
Het systeem is geen vervanging voor correct
onderhoud van de banden.
U moet de juiste bandenspanning
aanhouden, zelfs als de
waarschuwingslamp niet brandt bij te
weinig opgepompte banden.
Werking van het controlesysteem
lage bandenspanning
Het systeem meet de druk in de vier banden
en stuurt de waarden van de
bandenspanning naar uw auto.
Het systeem detecteert deze lagere
drukwaarde als aanzienlijk lager dan de
juiste bandenspanning en de
waarschuwingslamp gaat branden. U moet
de banden oppompen tot de juiste
bandenspanning.
Als de waarschuwingslamp brandt:
1. Controleer dat geen enkele band lek is.
2. Als één of meer banden lek zijn,
repareert u ze indien nodig.
3. Controleer de bandenspanning en
pomp alle banden op tot de juiste
bandenspanning.
4. Voer de procedure uit om het
controlesysteem lage bandenspanning
te resetten.
Procedure om het controlesysteem
lage bandenspanning te resetten
U moet de procedure om het systeem te
resetten uitvoeren telkens wanneer een
band is vervangen of de bandenspanning
is aangepast.
Procedure uitvoeren om het systeem te
resetten
Zet het contact aan. Selecteer het volgende
met de bedieningstoetsen van het
informatiedisplay:
Omschrijving en actieMededeling
Voertuiginstellingen
Houd de knop OK ingedrukt tot er een bevestiging verschijnt.
Of als uw auto een resetknop voor het controlesysteem lage
bandenspanning heeft, houdt u de knop ingedrukt tot de
bevestiging verschijnt.
Tyre pressure sys
15
Fiesta (CCN) Vehicles Built From: 12-01-2015 Vehicles Built Up To: 14-10-2015, CG3583nlNLD nlNLD, Edition date: 12/2014, First Printing