WAARSCHUWING RIJDEN
BUITEN BAAN
WAARSCHUWINGEN
Raadpleeg uw eigen Handleiding voor
alle waarschuwingen en informatie
onder "Let op".
Het systeem is niet bedoeld om de
bestuurder te ontheffen van zijn plicht
om tijdens het rijden voorzichtig en
oplettend te zijn.
LET OP
Onder koude en barre
weersomstandigheden is het mogelijk
dat het systeem niet werkt. Regen,
sneeuw, opspattend water en grote
contrasten in verlichting kunnen de sensor
allemaal negatief beïnvloeden.
Het is mogelijk dat het systeem niet
werkt op wegen met scherpe bochten
of smalle rijstroken.
Het systeem registreert en volgt
automatisch de rijstrookmarkeringen op de
weg. Indien het registreert dat de auto
onbedoeld naar de rijstrookgrenzen afdrijft,
wordt een visuele waarschuwing
weergegeven in het informatiedisplay. Ook
wordt een waarschuwing gegeven in de
vorm van een trilling die in het stuurwiel
voelbaar is.
ECONOMISCH RIJDEN
Schakelen
Door de hoogst mogelijke versnelling voor
de betreffende rijomstandigheden te
gebruiken, verbetert het brandstofverbruik.
Anticipatie
Door uw rijsnelheid aan te passen en de
afstand tot voertuigen voor u aan te passen
zodat hard remmen of versnellen niet nodig
is, verbetert het brandstofverbruik.
Efficiënte snelheid
Bij een hogere snelheid wordt meer
brandstof verbruikt. Door uw kruissnelheid
op buitenwegen te verlagen, verbetert het
brandstofverbruik.
BANDENREPARATIESET
WAARSCHUWING
Raadpleeg de Handleiding van uw
auto voor alle waarschuwingen en
opmerkingen.
Uw auto heeft eventueel geen reservewiel.
In een dergelijk geval is een
bandenreparatieset voor noodgevallen
aanwezig die kan worden gebruikt voor het
repareren van één lekke band.
Locatie bandenreparatieset
De bandenreparatieset bevindt zich in de
bergruimte onder de vloer.
BANDENSPANNINGCON-
TROLESYSTEEM
WAARSCHUWING
Raadpleeg uw eigen Handleiding voor
alle waarschuwingen en informatie
onder "Let op".
Het detectiesysteem
bandenspanningsverlies waarschuwt
ingeval van een luchtdrukwijziging in een
van de banden. Dit vindt plaats via de
ABS-sensoren die de rollende omtrek van
de wielen registreren. Wanneer de rollende
omtrek verandert, dan geeft dit een lage
spanning aan in een band. Er wordt een
waarschuwingsbericht weergegeven in de
informatiedisplay en de
berichtencontrolelamp gaat branden.
Wanneer een waarschuwingsbericht voor
een lage bandenspanning op de
informatiedisplay wordt weergegeven,
controleer dan de bandenspanning zo
spoedig mogelijk en breng deze op de
voorgeschreven waarde.
15