Lichtbundel van koplampA
Lichtbundel van bochtverlichtingB
Bij het nemen van een bocht verlicht de
bochtverlichting de binnenzijde van de
bocht.
INTERIEURVERLICHTING
Binnenverlichting
N.B.: Lampen kunnen afzonderlijk van
elkaar worden ingeschakeld, maar niet
afzonderlijk worden uitgeschakeld als de
bestuurder alle lampen heeft ingeschakeld.
N.B.: Alle andere lampen kunnen niet
worden geschakeld of alleen met
afzonderlijke leeslamp- of
interieurverlichtingsfunctie.
De lampen gaan branden wanneer u een
portier of de achterklep ontgrendelt of
opent. Wanneer u het contact afzet, gaan
alle lampen korte tijd later automatisch uit
om te voorkomen dat de accu leegraakt.
Zet het contact korte tijd aan om de
verlichting weer in te schakelen.
Zijdelings gemonteerde lamp
Aan/uit-schakelaar leeslampA
PortierfunctieschakelaarB
Aan/uit-schakelaar alle lampenC
Als u op B drukt blijven alle lampen
uitgeschakeld wanneer het portier
geopend wordt. Druk nogmaals op de
schakelaar om dit ongedaan te maken.
U kunt alle lampen bedienen m.b.v.
schakelaar C.
58
Verlichting