INTRODUCTIE NAVIGATIE
Het systeem beschikt over een groot
aantal functies die makkelijk en
intuïtief zijn te gebruiken.
Routebegeleiding wordt
weergegeven op het scherm. Het
beeldscherm geeft alle informatie
voor het bedienen van het systeem
door gebruikmaking van menu's,
tekstpagina’s en displays.
Schermselecties worden gemaakt
door de SELECT knop te draaien en
te drukken op de gewenste toets van
de unit.
Basiswerking
Draai de SELECT knop om te
navigeren door de verschillende
keuzelijsten.
Druk op de SELECT knop om een
selectie te activeren.
Druk op een willekeurig moment op
de ESC toets om naar het eerder
weergegeven scherm terug te keren.
N.B.:
Dit is een praktische toets
wanneer u maar één stap terug
moet.
1. Plaats de navigatie SD-kaart in de
sleuf voor de SD-kaart of plaats
de navi-CD in de sleuf voor de CD.
De waarschuwing wordt
weergegeven. Lees de
waarschuwing en selecteer OK
om het systeem te gebruiken.
2. Druk op de SELECT knop. Het
scherm voor het invoeren van het
reisdoel verschijnt in de display.
3. Druk op de gewenste knop en
voer de reisdoelgegevens in. Zie
Systeeminstellingen
(bladzijde 11).
Keuzelijsten
Op diverse schermen wordt een lijst
met beschikbare opties
weergegeven. Selecteer de
gewenste optie; als deze niet op het
scherm wordt weergegeven, draai
dan de SELECT knop om de rest van
de keuzelijst te bekijken.
Druk op de SELECT knop om een
selectie te activeren.
6
Introductie navigatie