Kaart
Oriëntatie
Hiermee wordt de manier waarop de
kaart wordt weergegeven veranderd.
•
Selecteer NOORD om de kaart
altijd met het noorden aan de
bovenzijde van het scherm weer
te geven.
•
Selecteer RIJRICHTING om de
kaart altijd met de rijrichting naar
de bovenzijde van het scherm
weer te geven. Het scherm draait
wanneer uw auto van richting
verandert.
•
Selecteer AUTO om een
combinatie van de twee
bovenstaande opties te kiezen.
Bij kleinere schalen gebruikt het
systeem het RIJRICHTING
scherm en voor grotere schalen
het NOORD scherm.
Kaartweergave
•
Selecteer POSITIE om de kaart
weer te geven met de huidige
locatie van de auto in het midden.
•
Selecteer REISDOEL om een
kaart weer te geven met het
ingevoerde bestemmingsadres
in het midden.
Rijadviezen
Deze functie maakt gebruik van een
grafische pijl op de kaart die de
volgende afslag of rijrichting aangeeft.
•
Selecteer UIT om deze functie uit
te schakelen.
•
Selecteer ALTIJD om deze
functie constant in te schakelen.
De pijl wordt continu
weergegeven, ook wanneer niet
van richting moet worden
veranderd of geen afslag nadert.
•
Selecteer TIJDELIJK om de
functie in te schakelen. De pijl
wordt tijdens deze functie alleen
weergegeven wanneer van
richting moet worden
veranderd/een afslag nadert.
Rijbaanadvies
Deze functie maakt gebruik van een
grafische pijl op de kaart die de te
gebruiken rijbaan weergeeft.
Kruispuntzoom
Deze functie activeert het systeem
voor inzoomen bij bochten.
Kaartinhoud
Met deze functie kunnen diverse
categorieën informatie op het
kaartscherm worden weergegeven.
Door door deze opties te scrollen
kunt u deze categorieën selecteren
en deselecteren.
N.B.:
Er kunnen diverse categorieën
worden geselecteerd.
Navigatie
Databron navigatie
Selecteer CD of SD-kaart als de
databron navigatie.
14
Systeeminstellingen