Route
Selecteer de manier waarop een
route moet worden berekend.
De optie Kortste geeft prioriteit aan
een minimum afstand tot het
reisdoel.
De optie Snelste geeft prioriteit aan
de route die u in de kortste tijd naar
uw reisdoel leidt.
Persoonl. biedt de gebruiker de
mogelijkheid een mix van deze twee
opties te kiezen. Ga naar het
menu-item Persoonlijke route
om de gewenste mix in te stellen.
Beweeg de schuif zodat de
gewenste mix wordt verkregen.
Soort wegen dat moet
worden vermeden of
opgenomen
Kies uit de lijst het soort wegen dat
moet worden vermeden of
opgenomen in de route door de
functie in of uit te schakelen.
Verdere opties vanaf het
hoofdscherm
START en STOP kan worden
geselecteerd om een actieve route
te hervatten of te annuleren.
Druk onderweg op ROUTE om een
lijst met de route en afstanden weer
te geven.
Lang indrukken van de informatie
I toets zorgt voor onderbreking van
de aanwijzingen via gesproken tekst
van het navigatiesysteem.
Nogmaals lang indrukken van de
informatie I toets zorgt voor
hervatting van de aanwijzingen via
gesproken tekst van het
navigatiesysteem.
ROUTEWEERGAVEN
Kaart weergeven
Druk op de MAP toets naast het
touch screen om een kaart weer te
geven.
Op dit scherm wordt de huidige
locatie van uw wagen in het midden
door middel van een pijl binnen een
cirkel aangeduid. De pijl wijst in de
rijrichting.
U kunt de wijze waarop de kaart
wordt weergegeven veranderen,
door in- of uit te zoomen en de
oriëntatie-instellingen te wijzigen.
Selecteer Zoom + of Zoom - om
de schaalverdeling van de kaart te
wijzigen en in of uit te zoomen.
N.B.:
De instellingen van de
schaalverdeling van de kaart kunnen
tussen 50 m en 100 km liggen.
Selecteer Instell. om de
oriëntatie-instellingen van de kaart te
wijzigen. Zie Systeeminstellingen
(bladzijde 11).
Het scherm draait wanneer uw auto
van rijrichting verandert.
Selecteer Opties om de instellingen
van de routemogelijkheden te
wijzigen.
28
Navigatiesysteem
