SPRAAKGESTUURD
REGELSYSTEEM GEBRUIKEN
Werking van het systeem
De volgorde en de inhoud van de
spraaklabels zijn in de volgende lijst
weergegeven. De tabel toont de volgorde
van de spraaklabels van de gebruiker en
de reacties van het systeem die voor iedere
functie beschikbaar zijn.
<> duidt een nummer of opgeslagen
spraaklabel aan, die door de gebruiker
moet worden opgeslagen.
Short cuts
Er zijn een aantal gesproken woorden
(short cuts) mogelijk, waarmee u enkele
functies van de auto kunt regelen zonder
het complete commandomenu te hoeven
volgen. Dit zijn:
• telefoon: "MOBILE NAME"
1
, "DIAL
NUMBER", "DIAL NAME" en "REDIAL"
• CD-speler: "DISC" en "TRACK"
• klimaatregeling: "TEMPERATURE",
"FAN", "AUTO MODE",
"DEFROSTING/DEMISTING ON" en
"DEFROSTING/DEMISTING OFF"
• radio: "TUNE NAME"
• navigatie: "ZOOM" en "ROUTE
SETTING".
1) Alleen wanneer een mobiele telefoon
met Bluetooth en spraaksturing (voice
control) is aangesloten.
Communicatie met het systeem
starten
Voordat u kunt beginnen met het systeem
toe te spreken moet u voor iedere
handeling eerst op de VOICE of de MODE
toets drukken en wachten tot het systeem
met een piep antwoordt.
COMMANDO’S AUDIO-UNIT
CD-speler/ CD-wisselaar
Met behulp van Voice Control kunt u direct
een CD of een nummer kiezen.
Overzicht
Het overzicht toont de beschikbare
gesproken commando's voor het bedienen
van uw CD-speler. De volgende lijsten
bieden aanvullende informatie over het
complete commandomenu.
177
Spraaksturing