Het AFS stelt het dimlicht afhankelijk van
de richting en de snelheid van de wagen
af. Het verbetert het zicht tijdens het rijden
in het donker en helpt verblinding van
tegenliggers voorkomen.
Het systeem werkt niet bij stilstaande
wagen, wanneer de verlichting overdag
of de achteruitversnelling is ingeschakeld.
Bij storingen in het systeem verschijnt een
bericht op het informatiedisplay. Zie
Infoberichten (bladzijde 97). De
koplampen worden in een vaste centrale
stand of die van het dimlicht gesteld. Laat
het systeem zo snel mogelijk controleren.
Bochtverlichting
Lichtbundel van koplampA
Lichtbundel van bochtverlichtingB
Bij het nemen van een bocht verlicht de
bochtverlichting de binnenzijde van de
bocht.
58
Verlichting