ALGEMENE INFORMATIE
Algemene opmerkingen over
het starten
Als de accu losgekoppeld is geweest kan
de motor, nadat de accukabels weer zijn
aangesloten, een afwijkende
draaikarakteristiek vertonen gedurende
ca. 8 kilometer.
De oorzaak is, dat het motormanagement
zich weer aan de motor moet aanpassen.
Ongebruikelijke rijkarakteristieken tijdens
deze periode moeten worden genegeerd.
Motor starten door middel van
slepen of duwen
WAARSCHUWING
Om beschadiging te voorkomen
moet u uw auto niet aanduwen of
aanslepen. Gebruik hulpstartkabels
en een hulpaccu. Zie Gebruik van
startkabels (bladzijde 229).
CONTACTSLOT
WAARSCHUWING
Draai de sleutel nooit terug in de
stand 0 zolang de auto nog in
beweging is.
0 Contact uitgeschakeld.
I De ontsteking en alle hoofdcircuits zijn
uitgeschakeld.
N.B.:
Laat, om te voorkomen dat de accu
leegraakt, de contactsleutel niet te lang
in deze stand staan.
II Het contact staat aan. Alle elektrische
circuits zijn ingeschakeld.
Waarschuwings- en controlelampen
branden. Dit is de stand waarin de sleutel
moet staan tijdens het rijden. U moet deze
stand ook kiezen wanneer de auto wordt
gesleept.
III Startmotor ingeschakeld. Laat de
sleutel los zodra de motor aanslaat.
STUURWIELBLOKKERING
WAARSCHUWING
Controleer altijd voordat u probeert
uw wagen in beweging te brengen
of het stuurslot is uitgeschakeld.
Uitvoeringen zonder keyless
startsysteem
Stuurslot activeren:
1. Neem de sleutel uit het contactslot.
2. Draai het stuurwiel.
Uitvoeringen met keyless
startsysteem
Uw wagen is uitgerust met een
elektronisch bediend stuurslot. Deze
werkt automatisch.
Het stuurslot is geactiveerd bij afgezet
contact, als de motor niet draait en de
wagen stilstaat.
Het stuurslot wordt automatisch
uitgeschakeld zodra het contact wordt
aangezet.
140
De motor starten