Spiegel kantelen tijdens
achteruitrijden
Afhankelijk van de geselecteerde
spiegelstand (A of C), kantelt de
betreffende buitenspiegel wanneer
u de achteruit inschakelt, zodat u de
trottoirband kunt zien.
Wanneer u deze voorziening voor
het eerst gebruikt, kantelen de
spiegels in een in de fabriek
ingestelde stand. U kunt de
kantelhoek programmeren door de
volgende procedure uit te voeren:
N.B.:
U kunt deze voorziening
uitschakelen door de
keuzeschakelaar van de elektrisch
bedienbare buitenspiegels in stand
B te zetten.
De buitenspiegels keren in hun
oorspronkelijke stand terug:
•
Wanneer de rijsnelheid hoger is
dan 10 km/h (6 mph).
•
Ongeveer 10 seconden nadat de
achteruit niet langer is
ingeschakeld.
•
Wanneer de keuzeschakelaar van
de elektrisch bedienbare
buitenspiegels weer in stand B
wordt gezet.
Passieve instelling
1. Zet het contact aan. Start de
motor niet.
2. Selecteer de gewenste
buitenspiegel A of C).
3. Schakel de achteruit in, de
geselecteerde buitenspiegel keert
in de vooringestelde stand.
4. Stel de spiegels in de gewenste,
gekantelde stand. Zie
Elektrisch verstelbare
buitenspiegels (bladzijde 83).
5. Schakel een vooruitversnelling in.
De instellingen worden automatisch
opgeslagen.
Actieve instelling
1. Zet het contact aan. Start de
motor niet.
2. Selecteer de gewenste
buitenspiegel (A of C).
3. Schakel de achteruit in, de
geselecteerde buitenspiegel keert
in de vooringestelde stand.
4. Stel de spiegel in de gewenste,
gekantelde stand. Zie
Elektrisch verstelbare
buitenspiegels (bladzijde 83).
5. Druk op de gewenste
voorkeuzetoets en houd deze
ingedrukt tot ter bevestiging een
gongsignaal klinkt. Zie
Geheugenfunctie (bladzijde
154).
85
Ruiten en spiegels