Parkeerstand
WAARSCHUWINGEN
Schakel de parkeerstand alleen bij
stilstaande auto in.
Trek voordat u de wagen verlaat
de handrem aan en schakel de
parkeerstand in. Controleer of de
keuzehendel is vergrendeld.
N.B.: Een akoestisch waarschuwingssignaal
klinkt wanneer u het bestuurdersportier
opent en de parkeerstand niet hebt
ingeschakeld.
In deze stand wordt geen kracht op de
aangedreven wielen overgebracht en is de
transmissie geblokkeerd. Wanneer de
keuzehendel in deze stand staat, kan de
motor worden gestart.
Achteruit
WAARSCHUWING
Schakel de achteruit alleen bij
stilstaande auto en bij stationair
draaiende motor in.
Neutraal
In deze stand wordt geen kracht op de
aangedreven wielen overgebracht, maar
is de transmissie niet geblokkeerd.
Wanneer de keuzehendel in deze stand
staat, kan de motor worden gestart.
Rijden
Kies rijden om automatisch alle
voorwaartse versnellingen te gebruiken.
Sportmodus en handmatig schakelen
N.B.: De transmissie schakelt alleen bij
geschikte rijsnelheden en motortoerentallen.
N.B.: Wanneer u de stand S kiest, schakelt
de transmissie eventueel, afhankelijk van
de gaspedaalstand in verhouding tot de
rijsnelheid.
Activeer de sportmodus door de
keuzehendel in de stand S te plaatsen. De
sportmodus blijft actief tot u handmatig
op- of terugschakelt.
Kies handmatig schakelen om handmatig
alle voorwaartse versnellingen te
gebruiken. Druk de keuzehendel naar voren
om terug te schakelen en trek hem naar
achteren om op te schakelen.
Rijmodi
De transmissie kiest een versnelling voor
optimale prestaties, gebaseerd op de
omgevingstemperatuur, het
hellingspercentage van het wegdek, de
belading van de auto en de handelingen
van de bestuurder.
172
Versnellingsbak/transmissie