WAARSCHUWINGEN
Let erop dat bij richting gebonden
banden de pijlen in de draairichting
wijzen wanneer de auto vooruit rijdt.
Wanneer een reservewiel moet worden
gemonteerd waarvan de pijlen
tegengesteld aan de draairichting wijzen,
laat dan de band zo spoedig mogelijk door
een deskundige in de juiste richting
monteren.
Voer geen werkzaamheden uit onder
een auto die alleen door een krik
wordt ondersteund.
Zorg ervoor dat de krik verticaal ten
opzichte van het kriksteunpunt staat
en dat de voet vlak op de grond
staat.
LET OP
Leg lichtmetalen velgen niet met de
buitenzijde op de grond, hierdoor
wordt de lak beschadigd.
1. Verwijder de naafdop of het wieldeksel.
2. Breng de dopsleutel voor de slotmoer
aan.
3. Draai de wielmoeren een slag los.
4. Krik de auto op tot de band vrij is van
de grond.
5. Verwijder de wielmoeren en het wiel.
Een wiel aanbrengen
WAARSCHUWINGEN
Gebruik uitsluitend banden en velgen
met de goedgekeurde maat. Het
gebruik van andere maten kan
beschadiging van de auto tot gevolg
hebben en maakt de typegoedkeuring
ongeldig. Zie Technische specificatie
(bladzijde 275).
Laat geen run flat banden monteren
als de auto hiermee oorspronkelijk
niet was uitgerust. Raadpleeg uw
dealer voor meer informatie over de
geschiktheid van banden.
LET OP
Bevestig lichtmetalen velgen niet met
moeren die voor stalen velgen zijn
bestemd.
N.B.: De wielmoeren voor lichtmetalen
velgen en stalen spaakvelgen kunnen
gedurende korte tijd worden gebruikt voor
het vastzetten van de stalen velg van het
reservewiel (maximaal twee weken).
N.B.: U kunt de wielmoeren die bestemd
zijn voor gebruik bij lichtmetalen velgen wel
bij stalen velgen gebruiken.
N.B.: Zorg ervoor dat de contactvlakken
tussen de velg en de naaf vrij zijn van
vreemde voorwerpen.
N.B.: Zorg ervoor dat de conische zijde van
de wielmoeren naar de velg zijn gekeerd.
1. Breng het wiel aan.
2. Draai de wielmoeren handvast aan.
267
Velgen en banden