39
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
WAARSCHUWI
NGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
VERZORGING
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
ALFABETISCHE
INHOUDSOPGAVE
UW AUTO
“Intelligente wis-/wasregeling”
Duw de hendel naar voren in de
richting van het dashboard (niet-
vergrendelde stand) om de ruitenwisser
achter in te schakelen.
Houd de hendel in deze stand om de
ruitensproeier en -wisser achter in te
schakelen. De ruitenwisser wordt
automatisch ingeschakeld als u de
hendel langer dan een halve seconde
aangetrokken houdt.
De ruitenwisser blijft nog enkele slagen
werken nadat u de hendel hebt
losgelaten. Na enkele seconden volgt
dan nog een “reinigingsslag”.
RUITENWISSER/-SPROEIER
ACHTER
Deze functie werkt alleen wanneer de
contactsleutel in stand MAR staat.
Draai de geribbelde ring naar
'
om de
ruitenwisser achter in te schakelen.
Als u bij ingeschakelde ruitenwissers de
draaiknop in stand
'
zet, schakelt de
achterruitwisser in. Deze werkt in dit
geval (in de verschillende standen) met
de ruitenwissers voor maar met een
lagere frequentie. Als u bij
ingeschakelde ruitenwissers de achteruit
inschakelt, gaat automatisch ook de
achterruitwisser langzaam continu
wissen.
Zodra de achteruit wordt uitgeschakeld,
wordt ook de ruitenwisser achter
automatisch uitgeschakeld.
Gebruik de ruitenwisser
achter niet om sneeuw of ijs
van de achterruit te
verwijderen. In dat geval
kunnen de ruitenwissers te zwaar
worden belast, waarna de beveiliging
ervoor zorgt dat de ruitenwissers
enkele seconden worden
uitgeschakeld. Neem contact op met
de Ford-dealer als de werking van de
ruitenwissers niet wordt hervat.