73
STARTEN EN
RIJDEN
WAARSCHUWI
NGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
VERZORGING
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
ALFABETISCHE
INHOUDSOPGAVE
UW AUTO
VEILIGHEID
❒
Elk veiligheidssysteem is bedoeld voor
slechts één kind.
❒
Controleer altijd of de gordel niet
langs de nek van het kind loopt.
❒
Zorg er tijdens de rit voor dat het
kind geen afwijkende houding
aanneemt of de gordels losmaakt.
❒
Vervoer kinderen nooit op schoot,
ook geen pasgeboren kinderen.
Niemand is sterk genoeg om een kind
bij een ongeval vast te houden.
❒
Na een ongeval moet het kinderzitje
door een nieuw exemplaar worden
vervangen.
Monteer geen kinderzitje
op de voorstoel aan
passagierszijde als deze is uitgerust
met een airbag.Kinderen mogen
nooit op de voorstoel worden
vervoerd.
WAARSCHUWING
Bedenk dat bij Isofix Universeel-
kinderzitjes alleen kinderzitjes gebruikt
kunnen worden die zijn goedgekeurd
volgens de ECE R44/03-richtlijn “Isofix
Universeel”.
In het Lineaccessori Ford-assortiment
zijn ook Isofix Universeel “Duo Plus”-
kinderzitjes verkrijgbaar.
Raadpleeg het instructieboekje van het
kinderzitje voor meer informatie over
de montage en/of het gebruik van het
kinderzitje
MONTAGEVOORBEREIDI
NG VOOR
ISOFIX-
KINDERZITJE
De auto is geschikt voor montage van
“Isofix Universeel”-kinderzitjes; een
nieuw gestandaardiseerd Europees
systeem voor het veilig vervoeren van
kinderen.
Isofix-systemen kunnen samen met
traditionele gordels worden
gemonteerd. Een voorbeeld hiervan is
te zien in afb. 9. Het Isofix Universeel-
kinderzitje is er voor drie
gewichtsgroepen: 1. Voor andere
gewichtsgroepen is er een speciaal
Isofix-kinderzitje, dat alleen kan worden
gebruikt als het speciaal voor deze auto
ontworpen, getest en goedgekeurd is
(zie de lijst met auto’s die bij het
kinderzitje geleverd wordt).
Vanwege het afwijkende
bevestigingssysteem moet het
kinderzitje aan de daarvoor bestemde
onderste metalen beugels A-afb. 10
tussen de rugleuning en de zitting van
de achterbank worden bevestigd.
Verwijder daarna de hoedenplank en
bevestig de bovenste riem (meegeleverd
bij het kinderzitje) aan beugel B-afb. 11
tussen de rugleuning van de achterbank
en de bekleding van de bagageruimte.
Gebruik beugel B niet om andere
voorwerpen te bevestigen.
afb. 9
KA00052m