114
WAARSCHUWI
NGSLAMPJES
EN MELDINGEN
ONDERHOUD EN
VERZORGING
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
ALFABETISCHE
INHOUDSOPGAVE
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGEVALLEN
GLOEILAMP
VERVANGEN
ALGEMENE AANWIJZINGEN
❒
Controleer voordat u een lamp
vervangt of de contacten niet zijn
geoxideerd.
❒
Vervang een defecte lamp door een
exemplaar van hetzelfde type en
vermogen.
❒
Controleer altijd de afstelling van de
koplampen als u een gloeilamp hebt
vervangen.
❒
Als een lamp niet brandt, controleer
dan eerst of de zekering niet
doorgebrand is, voordat u de lamp
vervangt: zie voor de plaats van de
zekeringen de paragraaf “Zekeringen
vervangen” in dit hoofdstuk.
Wijzigingen of reparaties
aan de elektrische
installatie die niet correct worden
uitgevoerd en waarbij geen
rekening wordt gehouden met de
technische specificaties van het
systeem, kunnen storingen in de
werking en zelfs brand veroorzaken.
WAARSCHUWING
Halogeenlampen bevatten
gas onder druk. Bij breuk
kunnen er glassplinters
wegschieten.
WAARSCHUWING
Halogeenlampen mag u
uitsluitend aanraken op het
metalen gedeelte. Als u de
bol met uw vingers
aanraakt, zal de lichtopbrengst van
de lamp teruglopen en kan ook de
levensduur beperkt worden. Als u de
bol per ongeluk toch hebt
aangeraakt, moet u de bol
schoonwrijven met een doekje met
alcohol en daarna laten drogen.