139
WAARSCHUWI
NGSLAMPJES
EN MELDINGEN
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
ALFABETISCHE
INHOUDSOPGAVE
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
VERZORGING
WIELEN EN BANDEN
De spanning van de banden, inclusief het
noodreservewiel, moet regelmatig, om
de twee weken en voor een lange rit,
worden gecontroleerd: de
bandenspanning moet bij koude banden
worden gecontroleerd.
Tijdens het rijden neemt de
bandenspanning toe. Zie voor de juiste
waarde van de bandenspanning de
paragraaf “Wielen” in het hoofdstuk
“Technische specificaties”.
afb. 5
KA00081m
BELANGRIJKE AANWIJZINGEN
❒
Voorkom abrupt remmen, met
spinnende wielen optrekken, hard
contact tussen banden en
stoepranden, kuilen en andere
obstakels. Langdurig rijden op een
slecht wegdek kan de banden
beschadigen;
❒
controleer de banden regelmatig op
scheuren in de wangen en bulten of
slijtplekken op het loopvlak. Ga
indien nodig langs bij een Ford-
dealer;
❒
rijd nooit met een te zwaar beladen
auto: hierdoor kunnen de banden en
velgen ernstig beschadigd raken;
❒
stop zo snel mogelijk bij een lekke
band en verwissel het wiel om
beschadiging van de band, de velg, de
wielophanging en de stuurinrichting
te voorkomen;
Een onjuiste bandenspanning
veroorzaakt onregelmatige slijtage van
de banden afb. 5:
A juiste spanning: gelijkmatige slijtage
van het loopvlak.
B te lage spanning: met name slijtage
aan de zijkanten van het loopvlak.
C te hoge spanning: met name slijtage
in het midden van het loopvlak.
Banden moeten worden vervangen als
de profieldiepte van het loopvlak
minder is dan 1,6 mm. Houd u altijd aan
de wetgeving van het land waarin u rijdt.