41
BEDIENINGSKNOPPEN
ALARMKNIPPERLICHTEN fig. 35
Deze worden ingeschakeld als op de
schakelaar A wordt gedrukt,
onafhankelijk van de stand van het
contactslot.
Als het systeem is ingeschakeld,
branden de lampjes
Î
en
¥
op het
instrumentenpaneel.
Druk voor uitschakeling nogmaals op de
knop A.
Het gebruik van de alarmknipperlichten
is afhankelijk van de wetgeving van het
land waarin u zich bevindt. Houdt u aan
de voorschriften.
AUTO-START-STOP
HANDMATIG IN- EN
UITSCHAKELEN
Raadpleeg om het Auto-Start-Stop-
systeem B-fig. 35 handmatig in of uit te
schakelen het hoofdstuk “Auto-Start-
Stop-systeem” van dit instructieboekje.
MISTLAMPEN VOOR
MISTACHTERLICHT fig. 35
(waar voorzien)
De mistlampen voor/het mistachterlicht
kunnen op de volgende wijze met de
knop C worden ingeschakeld:
1° Indrukken: mistlampen inschakelen
2° Indrukken: mistachterlicht
inschakelen
3° Indrukken: lichten doven.
Als de mistlampen branden, gaat op het
instrumentenpaneel het lampje
5
branden; als het mistachterlicht is
ingeschakeld, gaat op het
instrumentenpaneel het lampje 4
branden.
De mistlampen werken alleen als het
dimlicht is ingeschakeld.
KA00167m
fig. 35
Noodstop
In geval van een noodstop gaan de
alarmknipperlichten en de
waarschuwingslampjes op het dashboard
Î
en
¥
automatisch branden.
De functie wordt automatisch
uitgeschakeld wanneer de remwerking
niet meer het karakter van een noodstop
heeft.
Deze functie voldoet aan de huidige
wettelijke voorschriften.
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
026-046 Ford KA NL:026-046 Ford KA NL 20-10-2010 14:16 Pagina 41