136
VEILIGHEID
NOODGE-
VALLEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
RUITENSPROEIERVLOEISTOF
fig. 1-2
Verwijder voor het bijvullen de dop D
m.b.v. het lipje.
Controleer visueel het niveau van de
vloeistof in het reservoir.
Sluit de dop D door hem in het midden
in te drukken.
MOTORKOELVLOEISTOF
fig. 1-2
Het niveau van de koelvloeistof moet
gecontroleerd worden bij een koude
motor en moet tussen het MIN- en
MAX-merkteken op het
expansiereservoir staan.
Als het niveau te laag is, kunt langzaam
via de vulopening C van het
expansiereservoir een mengsel van 50%
gedemineraliseerd water en
koelvloeistof ARTECO Havoline XLC
gieten, totdat het niveau dicht bij het
MAX-teken staat.
Het mengsel van koelvloeistof ARTECO
Havoline XLC en gedemineraliseerd
water in een mengverhouding van 50%
beschermt tot een temperatuur van
-35°C.
Onder extreem koude klimatologische
omstandigheden raden wij een mengsel
aan van 60% ARTECO Havoline XLC
koelvloeistof en 40% gedemineraliseerd
water.
Het motorkoelsysteem
maakt gebruik van een
antivriesmiddel. Gebruik
voor het eventueel bijvullen
vloeistof met dezelfde specificaties
als waarmee het motorkoelsysteem
is gevuld.
De koelvloeistof ARTECO Havoline
XLC kan niet worden gemengd met
welke andere vloeistof dan ook. Als
dit toch gebeurt, mag de motor
absoluut niet worden gestart en
moet u zich tot het Ford
Servicenetwerk wenden.
Het koelsysteem staat
onder druk. Vervang de
dop zonodig alleen door een
exemplaar van hetzelfde type,
anders kan de werking van het
systeem in gevaar worden gebracht.
Draai bij een warme motor de dop
van het reservoir nooit los: gevaar
voor verbranding.
ATTENTIE!
Wees bij het uitvoeren van
werkzaamheden in de
motorruimte extra voorzichtig als
de motor nog warm is: gevaar voor
verbranding.
ATTENTIE!
Rijd niet met een leeg
ruitensproeierreservoir: de
ruitensproeiers zijn van
fundamenteel belang voor een
optimaal zicht.
Enkele in de handel verkrijgbare
ruitensproeiervloeistoffen zijn
ontvlambaar. In de motorruimte
bevinden zich warme onderdelen
die bij contact de vloeistof kunnen
doen ontbranden.
ATTENTIE!
Zorg bij het bijvullen dat er
geen vloeistof wordt
gemorst op de warme
motoronderdelen.
ATTENTIE!
133-146 Ford KA NL:133-146 Ford KA NL 20-10-2010 15:03 Pagina 136