140
VEILIGHEID
NOODGE-
VALLEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
WIELEN EN BANDEN
De spanning van de banden, inclusief het
noodreservewiel, moet regelmatig, om
de twee weken en voor een lange rit,
worden gecontroleerd: de
bandenspanning moet bij koude banden
worden gecontroleerd.
Tijdens het rijden neemt de
bandenspanning toe; zie voor de juiste
waarde van de bandenspanning de
paragraaf “Wielen” in het hoofdstuk
“Technische gegevens”.
fig. 5
KA00081m
BELANGRIJKE AANWIJZINGEN
❒
Voorkom bruusk remmen, met
spinnende wielen optrekken, harde
contacten tussen banden en
stoepranden, kuilen en andere
obstakels. Het langdurig rijden op
een slecht wegdek kan de banden
beschadigen;
❒
controleer de banden regelmatig op
scheuren in de wangen en bulten of
slijtplekken op het loopvlak. Als u
deze gebreken constateert, wendt
u dan tot het Ford Servicenetwerk;
❒
rijd nooit met een te zwaar beladen
auto: hierdoor kunnen de banden en
de velgen ernstig beschadigd raken;
❒
stop zo snel mogelijk bij een lekke
band en verwissel het wiel om
beschadiging van de band, de velg, de
wielophanging en de stuurinrichting
te voorkomen;
Een onjuiste bandenspanning
veroorzaakt een onregelmatige slijtage
van de banden fig. 5:
A juiste spanning: gelijkmatige slijtage
van het loopvlak.
B te lage spanning: te grote slijtage aan
de zijkanten van het loopvlak.
C te hoge spanning: te grote slijtage in
het midden van het loopvlak.
Banden moeten worden vervangen als
de profieldiepte van het loopvlak
minder is dan 1,6 mm. Houdt u echter
altijd aan de bepalingen van het land
waarin u rijdt.
133-146 Ford KA NL:133-146 Ford KA NL 20-10-2010 15:03 Pagina 140