Metrische of Engelse eenheden kiezen:
Type 1 en 2
1. Druk op de rechter pijltjestoets op het
stuurwiel om het hoofdmenu binnen
te gaan.
2.
Selecteer Setup met de op en neer
pijltjestoetsen en druk op de rechter
pijltjestoets.
3.
Selecteer Display en druk op de
rechter pijltjestoets.
4.
Selecteer Measure Unit en druk op
de rechter pijltjestoets.
5. Selecteer de gewenste instelling en
druk op de OK toets om de instelling
te bevestigen.
6. Druk op de linker pijltjestoets om naar
het menu terug te keren. Houd de
linker pijltjestoets ingedrukt om naar
het scherm van de boordcomputer
terug te keren.
Type 3
1.
Selecteer Settings met de op en
neer pijltjestoetsen en druk op de
rechter pijltjestoets.
2.
Selecteer Setup met de op en neer
pijltjestoetsen en druk op de rechter
pijltjestoets.
3.
Selecteer Display en druk op de
rechter pijltjestoets.
4.
Selecteer Measure Unit en druk op
de rechter pijltjestoets.
5. Selecteer de gewenste instelling en
druk op de OK toets om de instelling
te bevestigen.
INFOBERICHTEN
Druk op OK om te bevestigen en om
enkele berichten van het informatiedisplay
te verwijderen. Andere berichten worden
na korte tijd automatisch verwijderd.
Bij instrumentengroep 3 moeten enkele
berichten worden bevestigd voordat u de
menu's kunt binnengaan.
Berichtsymbolen
De berichtenindicator licht op
om bepaalde berichten aan te
vullen. Afhankelijk van de ernst
van het bericht is de indicator rood of
oranje en blijft deze branden totdat de
oorzaak van het bericht is verholpen.
Berichtsymbolen
Zie het instructieboekje.
Laat het systeem bij de
volgende onderhoudsbeurt
controleren.
Laat het systeem zo snel
mogelijk controleren.
Breng de auto tot stilstand
zodra dit veilig kan.
103
Infodisplays