Het systeem regelt automatisch de
temperatuur, de hoeveelheid en verdeling
van de lucht en past deze aan de rij- en
weersomstandigheden aan. Door
eenmaal op de AUTO toets te drukken
wordt de auto modus ingeschakeld.
Uw auto is uitgerust met een automatisch
klimaatregelsysteem met twee zones.
Wanneer het systeem in de mono modus
staat, worden alle temperatuurzones
gekoppeld aan de zone aan
bestuurderszijde. Wanneer u de mono
modus uitschakelt, kunt u met het twee
zone systeem verschillende temperaturen
instellen voor de bestuurder en passagier
voorin.
N.B.:
Vermijd het wijzigen van de
instellingen wanneer het in de auto
extreem warm of koud is. De
automatische klimaatregeling past zich
automatisch aan de actuele
omstandigheden aan. Voor een correcte
werking van het systeem moeten de
midden- en zijroosters volledig zijn
geopend.
N.B.:
De zonnesensor bevindt zich
bovenop het instrumentenpaneel. Bedek
de zonnesensor niet.
117
Klimaatregeling