Breng het vulpistool tot en met de eerste
nok op het vulpistool in. Laat het rusten op
de afdekking van de vulbuis.
WAARSCHUWING
Wij raden aan minimaal 10 seconden
te wachten alvorens het vulpistool
uit de vulbuis te halen, zodat alle
achtergebleven brandstof in de
brandstoftank kan stromen.
Til het vulpistool licht op om het te
verwijderen.
BRANDSTOFVERBRUIK
Controleer de bandenspanningen
regelmatig voor een optimaal
brandstofverbruik.
TIPS VOOR RIJDEN MET ABS
Wanneer het ABS in werking is, pulseert
het rempedaal. Dit is normaal. Blijf het
rempedaal indrukken.
Het ABS voorkomt geen gevaren die
ontstaan wanneer:
•
u te weinig afstand ten opzichte van
voor u rijdend verkeer houdt.
•
de auto te maken krijgt met
aquaplaning.
•
u bochten te snel neemt.
•
het wegdek slecht is.
GEBRUIK MAKEN VAN DE
PARKEERHULP
WAARSCHUWING
Raadpleeg de Handleiding van uw
auto voor alle waarschuwingen en
opmerkingen.
Parkeerhulp in-en uitschakelen
N.B.:
De parkeerhulp schakelt
automatisch uit wanneer u de motor start
of wanneer de rijsnelheid hoger is dan 16
km/h (10 mph).
N.B.:
De sensoren aan de voor- en
achterzijde worden altijd samen in- of
uitgeschakeld.
De parkeerhulp is standaard
uitgeschakeld. Druk de schakelaar op het
instrumentenpaneel in of schakel de
achteruit in om de parkeerhulp in te
schakelen.
Wanneer de parkeerhulp is ingeschakeld,
brandt het lampje in de schakelaar.
Druk nogmaals op de schakelaar om de
functie uit te schakelen.
BESTUURDERS-
WAARSCHUWING
WAARSCHUWINGEN
Raadpleeg uw eigen Handleiding
voor alle waarschuwingen en
informatie onder "Let op".
Het systeem is niet bedoeld om de
bestuurder te ontheffen van zijn
plicht om tijdens het rijden voorzichtig
en oplettend te zijn.
14