Configuratiemodus bestuurder
N.B.: Deze procedure moet binnen 30
seconden worden uitgevoerd.
1. Zet de auto op contact (ON).
2. Druk driemaal op de portierslottoets.
3. Zet de auto van contact (OFF).
4. Druk driemaal op de portierslottoets.
5. Zet de auto op contact (ON).
Het systeem geeft een geluid af om aan te
geven dan de configuratiemodus
bestuurder is geactiveerd.
Volg in de configuratiemodus bestuurder
de onderstaande stappen om de status
van de automatische vergrendeling te
wisselen naar snelheid of automatische
ontgrendeling.
Automatische vergrendeling bij
bepaalde snelheid
Druk tweemaal binnen drie seconden op
de toets centrale vergrendeling of
ontgrendeling en wacht drie seconden om
de automatische vergrendeling te wisselen
per snelheidsfunctie. Het systeem geeft
een geluid af tijdens het wisselen.
Automatisch ontgrendelen
N.B.: De automatische ontgrendeling is
standaard geactiveerd.
Druk driemaal binnen drie seconden op de
toets centrale vergrendeling of
ontgrendeling en wacht drie seconden om
de automatische ontgrendelingsfunctie te
wisselen per snelheidsfunctie.
Als de automatische ontgrendelfunctie is
geactiveerd:
• Alle portieren zijn ontgrendeld tijdens
het vanaf de binnenzijde openen van
het bestuurdersportier of de voorste
passagiersportieren (auto's geleverd
zonder afstandsbediening) met de
sleutel in het contact.
Als de automatische ontgrendelfunctie is
gedeactiveerd:
• Alleen het betreffende portier wordt
ontgrendeld tijdens openen vanaf de
binnenzijde.
N.B.: Na openen van de achterportieren
worden de andere portieren nooit
ontgrendeld tijdens openen vanaf de
binnenzijde.
Portieren afzonderlijk met de
sleutel vergrendelen
N.B.: Als de centrale vergrendeling niet
werkt, dan kunnen de portieren afzonderlijk
met de sleutel in de afgebeelde positie
worden vergrendeld.
Linkerzijde
Draai rechtsom om te vergrendelen.
Rechterzijde
Draai linksom om te vergrendelen.
33
Sloten
