Controlelampje mistlampen, vóór
Het controlelampje van de
mistlampen, vóór, gaat branden
wanneer u de mistlampen
inschakelt.
Controlelampje mistachterlicht
De controlelamp van de
mistachterlichten gaat branden
wanneer u de mistachterlichten
inschakelt.
Controlelamp veiligheidsgordels
Zie Waarschuwingssignaal
veiligheidsgordel (bladzijde
26).
Controlelamp schakeling (alleen
handgeschakelde
versnellingsbak)
Het controlelampje brandt om
aan te geven dat schakelen naar
een hogere versnelling zuiniger
is en voor een lagere CO2-uitstoot zorgt.
Snelheidsregeling
De controlelamp gaat branden
wanneer u een snelheid heeft
ingesteld met behulp van de
snelheidsregeling.
AKOESTISCHE
WAARSCHUWINGSSIGNALEN
EN -INDICATIES
Waarschuwing portier open
Het signaal waarschuwing portier open
klinkt wanneer de voertuigsnelheid hoger
is dan ca. 10 km/u en de portieren niet zijn
gesloten.
Waarschuwing verlichting aan
Het signaal waarschuwing verlichting aan
klinkt wanneer de sleutel niet in stand II of
III staat en een portier wordt geopend
voordat de verlichting wordt uitgeschakeld.
Waarschuwing niet in
parkeerstand
Het signaal waarschuwing niet in
parkeerstand klinkt wanneer de
keuzehendel van de automatische
transmissie niet in stand P staat en het
bestuurdersportier wordt geopend.
Waarschuwing parkeerrem
Het signaal waarschuwing parkeerrem
klinkt wanneer de parkeerrem geactiveerd
blijft en de voertuigsnelheid hoger is dan
ca. 5 km/u.
Waarschuwing back-up
veiligheidssysteem
Het signaal waarschuwing back-up
veiligheidssysteem klinkt ingeval van een
storing in de waarschuwingslamp
veiligheidssysteem. Iedere 30 minuten zijn
5x5 korte tonen hoorbaar.
Waarschuwing laag brandstofpeil
Het signaal waarschuwing laag
brandstofpeil klinkt wanneer de
waarschuwingslamp laag brandstofpeil
wordt geactiveerd en/of de
informatiedisplay 80, 40, 20 of 0 km
resterend aangeeft.
Richtingaanwijzer
Het signaal richtingaanwijzer klinkt waneer
de linker of rechter richtingaanwijzer wordt
geactiveerd.
65
Instrumentenpaneel
