Handmatig schakelen
N.B.: Het schakelen vindt alleen plaats bij
bepaalde rijsnelheden en motortoerentallen.
Handmatig schakelen kan alleen
plaatsvinden wanneer de keuzehendel in
stand S staat. Beweeg de keuzehendel
naar voren om terug te schakelen en naar
achteren om op te schakelen.
WAARSCHUWING
Houd de keuzehendel niet
permanent in – of +.
Als de auto stilstaat kunnen alleen de 1e
en 2e versnelling worden geselecteerd.
Handmatig schakelen is sequentieel;
daarom kunnen geen versnellingen worden
overgeslagen.
De transmissie blijft in de geselecteerde
versnelling staan. Als het motortoerental
te laag of stationair is, dan wordt
teruggeschakeld naar de 2e versnelling. De
geselecteerde versnelling wordt
aangegeven in het instrumentenpaneel.
Zie Algemene informatie (bladzijde 67).
Rijmodi
De transmissie schakelt de juiste
versnelling in voor optimale prestaties
gebaseerd op de omgevingstemperatuur,
de hellingshoek van het wegdek, de
belading van de auto en de inbreng van de
bestuurder.
Aanwijzingen voor het rijden met
een automatische transmissie
Wegrijden
WAARSCHUWING
Een auto met automatische
transmissie kan niet worden gestart
door middel van slepen of duwen.
Zie Starten via starthulp (bladzijde 165).
1. Zet de parkeerrem los.
2. Laat het rempedaal opkomen en druk
het gaspedaal in.
Stoppen
1. Laat het gaspedaal opkomen en druk
het rempedaal in.
2. Schakel de parkeerrem in.
Kickdown
Druk om voor optimale prestaties de op
één na hoogste versnelling in te schakelen
het gaspedaal volledig in terwijl het
keuzehendel in de rijstand staat. Laat het
gaspedaal los wanneer kickdown niet
langer gewenst is.
104
Versnellingsbak/transmissie
