WERKING
WAARSCHUWING
Het systeem is niet bedoeld om de
bestuurder te ontheffen van zijn
plicht om tijdens het rijden
voorzichtig en oplettend te zijn.
Met de snelheidsregeling (cruise control)
kunt u met behulp van de schakelaars op
het stuurwiel de rijsnelheid instellen. U kunt
cruise control gebruiken bij snelheden
hoger dan ongeveer 30 km/u (18 mijl/u).
GEBRUIK MAKEN VAN
SNELHEIDSREGELING
WAARSCHUWING
Schakel onder drukke
verkeersomstandigheden, op
trajecten met veel bochten en op
gladde wegen cruise control niet in.
Cruise control inschakelen
N.B.: Het systeem is gereed op de snelheid
in te stellen.
Snelheid instellen
Druk de schakelaar in om de huidige
snelheid op te slaan en aan te houden. De
waarschuwingslamp van de cruise control
gaat branden. Zie Waarschuwings- en
indicatielampen (bladzijde 61).
Ingestelde snelheid veranderen
WAARSCHUWINGEN
Auto's met handgeschakelde
versnellingsbak: Wanneer u een
heuvel afrijdt, kan de snelheid hoger
worden dan de ingestelde snelheid. Het
systeem stelt niet de remmen in werking.
Schakel terug en druk op de SET-
schakelaar om het systeem te helpen de
ingestelde snelheid te handhaven.
Auto's met automatische
transmissie: Wanneer u een heuvel
afrijdt, schakelt de transmissie terug
om te proberen de snelheid vast te houden.
De bestuurder moet wellicht het
rempedaal indrukken om de snelheid te
behouden. De ingestelde snelheid wordt
uitgeschakeld wanneer het rempedaal
wordt ingedrukt.
119
Snelheidsregeling (Cruise Control)
