N.B.: Vul alleen vloeistof bij die voldoet aan
de Ford specificatie. Zie
Brandstofkwaliteit (bladzijde 94).
N.B.: De pomp in de tank wordt
automatisch uitgeschakeld na ongeveer 40
seconden.
Voor locatie: Zie Overzicht motorruimte
(bladzijde 151). Zie Overzicht
motorruimte (bladzijde 153).
1. Schakel het contact uit.
2. Sluit een geschikte slang aan op de
aftapplug van het filter en borg deze.
3. Leg het andere uiteinde van de slang
in de richting van de geschikte
opvangbak.
4. Draai de aftapplug ongeveer 1,5
omwenteling los.
5. Zet de auto op contact om de pomp in
de tank te activeren.
6. Tap het water af tot dit is vervangen
door heldere dieselbrandstof.
7. Schakel het contact uit.
8. Haal de aftapplug aan en verwijder de
slang.
9. Start de motor en controleer het
systeem op lekkage.
N.B.: De controlelamp water-in-brandstof
gaat bij draaiende motor na ongeveer 2
seconden uit.
RUITENSPROEIERVLOEISTOF
CONTROLEREN
Vul het sproeiervloeistofreservoir bij
wanneer de controlelamp vloeistofpeil
ruitensproeier brandt. Zie
Waarschuwings- en indicatielampen
(bladzijde 61).
Gebruik voor het bijvullen een mengsel van
sproeiervloeistof en water om bevriezing
bij koude weersomstandigheden te
voorkomen en het reinigende effect te
verbeteren. We adviseren alleen
sproeiervloeistof van hoge kwaliteit te
gebruiken.
TECHNISCHE SPECIFICATIE
Vloeistoffen
SpecificatieAanbevolen vloeistofOnderdeel
WSS-M2C-913-CCastrol motorolieMotorolie dieselmotor
(markten met laag zwavel-
gehalte,
158
Onderhoud
