Zet het contact af en zet binnen drie
seconden de ruitenwisserhendel in de
stand A. Laat de hendel los wanneer de
ruitenwissers in de onderhoudsstand
staan.
Zie Ruitenwisserbladen vervangen
(bladzijde 58).
Automatisch in-/uitschakelde
verlichting
Afhankelijk van het omgevingslicht gaan
de koplampen automatisch aan en uit.
Zie Verlichtingsbediening (bladzijde
61).
Automatische grootlichtregeling
WAARSCHUWING
Het systeem is niet bedoeld om de
bestuurder te ontheffen van zijn
plicht om tijdens het rijden
voorzichtig en oplettend te zijn. Een
handmatige deactivering kan nodig zijn
indien het systeem het grootlicht niet in-
of uitschakelt.
Het systeem schakelt automatisch
grootlicht in indien het voldoende donker
is en er geen ander verkeer is. Indien het
system de koplampen of achterlichten van
een naderend voertuig waarneemt, of de
straatverlichting vóór de auto, schakelt het
systeem het grootlicht uit voordat het
andere weggebruikers kan verblinden.
Dimlicht blijft ingeschakeld.
Zie Automatische grootlichtregeling
(bladzijde 62).
Richtingaanwijzers
N.B.: Beweeg de
richtingaanwijzerschakelaar kort omhoog
of omlaag om de richtingaanwijzers
driemaal te laten knipperen.
Elektrisch bedienbare ruiten
N.B.: Open de tegenovergestelde ruit
enigszins om windgeluiden of schudden
door windstoten te voorkomen wanneer één
ruit open staat.
Zie Elektrisch bedienbare ruiten
(bladzijde 81).
16
In één oogopslag