De zijairbags bevinden zich in de zijkant
van de rugleuningen van de voorstoelen.
Een label op de rugleuning geeft aan dat
uw auto is uitgerust met zijairbags.
De zijairbags worden geactiveerd bij
zware zijdelingse aanrijdingen. Alleen de
airbag aan de zijde van de aanrijding
wordt geactiveerd. De airbags worden in
enkele milliseconden opgeblazen en
stromen weer leeg zodra zij in contact
komen met de lichamen van de
inzittenden, waardoor zij bescherming
bieden aan de omgeving van borst en
schouder. Bij lichte aanrijdingen van opzij,
het over de kop slaan van de auto,
aanrijdingen van voren of van achteren
worden de zijairbags niet geactiveerd.
Veiligheidsgordels
WAARSCHUWINGEN
Draag een veiligheidsgordel en houd
voldoende afstand tussen uzelf en
het stuurwiel. Alleen wanneer u de
veiligheidsgordel op de juiste wijze draagt,
kan deze u op uw plaats houden en zijn
maximale bescherming bieden. Zie De
juiste zitpositie innemen (bladzijde
74).
Gebruik een veiligheidsgordel nooit
voor meer dan een persoon.
WAARSCHUWINGEN
Gebruik voor iedere stoel het juiste
gordelslot.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel
niet slap of gedraaid zit.
Draag geen dikke kleding. De
veiligheidsgordels bieden optimaal
bescherming wanneer ze
nauwsluitend worden gedragen.
Leg de schoudergordel over het
midden van de schouder en leg de
heupgordel strak over uw heupen.
Het oprolmechanisme van de
veiligheidsgordel aan bestuurderszijde is
voorzien van een gordelspanner. De
activeringsdrempel van de
gordelspanners is iets lager dan die van
de airbags. Bij aanzienlijke frontale
aanrijdingen is het mogelijk dat alleen de
gordelspanners in werking treden.
Status na aanrijding
WAARSCHUWING
Veiligheidsgordels die zijn belast ten
gevolge van een aanrijding moeten
worden vervangen en de
verankeringen worden gecontroleerd.
Deze werkzaamheden moeten door een
correct hiertoe opgeleide monteur
worden uitgevoerd.
19
Bescherming van inzittenden