10
2. SWING toets: De SWING functie kan alleen werken na het inschakelen
van het apparaat, maar u kunt het apparaat in- of uitschakelen.
3. TIMER toets: In het geval van inschakeling, druk op de toets om de ti-
ming te openen. Druk op de toets, wanneer het tijdsymbool knippert, drukt
u op de toets omhoog en omlaag om de gewenste tijdswaarde te selecte-
ren. Tijdswaarden kunnen worden ingesteld in 1-24 uur en de tijdswaarde
kan met een uur omhoog of omlaag worden aangepast.
4. VENTILATOR snelheidtoets: In de koel-, verwarmings- en ventilatormo-
dus drukt u op deze toets om hoge, middelste en lage snelheid te selec-
teren. Deze functie is niet beschikbaar in de modus SLEEP (Slaapstand) en
ONTVOCHTIGINGS modus.
5. UP toets: Druk op deze toets om de temperatuurinstelling te verhogen
of de timer in te stellen op de gewenste timerinstelling. Deze functie is niet
beschikbaar in de VENTILATOR- en ONTVOCHTIGINGS-modus.
6. WEERGAVEVENSTER
7. OMLAAG toets: In de timermodus, druk op deze toets kan de tijd naar
beneden worden aangepast. In de koelmodus kan door het indrukken van
deze toets de temperatuur naar beneden worden aangepast. Druk op deze
toets om de temperatuurinstelling te verlagen of de timer in te stellen op
de gewenste timerinstelling. Deze functie is niet beschikbaar in de VENTI-
LATOR- en ONTVOCHTIGINGS-modus.
8. MODUS toets: In het geval van inschakeling drukt u op deze toets om
tussen koelen --> ontvochtigen --> ventilator te schakelen
9. SLAAPSTAND: Wanneer de stroom is ingeschakeld en in de koelmodus
(of verwarmingsmodus), drukt u op de ‘SLAAP’-knop om de slaapmodus te
starten. In de slaapstand is de VENTILATOR snelheid ingesteld op LAGE
snelheid en niet instelbaar. De SLAAP-modus kan worden geannuleerd door
op de knop te drukken.
10. AAN/UIT-toets: Druk op deze toets om het apparaat in en uit
te schakelen.