De functie Macrofotografie kunt u kiezen vanuit
de fotografische functies:
5 • o • 6 • 3.
Met de camera ingesteld op Macro kunt u
close-ups maken.
• Effectief scherpstelbereik:
± 20 - 80 cm.
!
!
Stelt u met de hand scherp, dan kunt u de macro-
instelling niet wijzigen (zie blz. 65).
!
!
Stel de flitserfuncties in overeenkomstig de
heersende omstandigheden (zie blz. 52).
!
!
Als de lichtopbrengst van de flitser te groot is,
past u die aan (zie blz. 67).
!
!
Fotografeert u bij weinig licht, gebruik dan een
statief om bewegen van de camera tegen te gaan.
Gebruikt u de zoeker om een close-up te maken,
dan komt de uiteindelijke opname niet overeen
met het in de zoeker zichtbare beeld, omdat
zoeker en lens zich op verschillende plaatsen in
het camerahuis bevinden. Voor een close-up kunt
u dan ook beter de LCD-monitor gebruiken.
Met elke druk op "d" van de shuttleknop scha-
kelt de camera tussen "/" en "a" heen en
weer.
Stelt u de camera in op Macro-opname, dan
verschijnt in het LCD-venster en in de LCD-mo-
nitor het pictogram "a".
!
!
De LCD-monitor wordt automatisch ingescha-
keld.
!
!
In de volgende situaties wordt de functie Macro-
fotografie automatisch uitgeschakeld:
• Als de fotografische functies "SP of u" wordt
ingeschakeld.
• Als de camera wordt uitgeschakeld.
56
a
MACROFOTOGRAFIE (CLOSE-UP)
