98
Met deze instelling specificeert u of al of niet een
Controlebeeld van het gefotografeerde beeld verschijnt,
nadat u uw opname hebt gemaakt.
OFF (Uit): Er verschijnt geen controlebeeld en de opname
wordt automatisch opgeslagen.
POSTVIEW: Er verschijnt, gedurende ca. 2 sec., een controle-
beeld van het opgenomen beeld waarna het opgeslagen wordt.
PREVIEW: Aan de hand van het controlebeeld bepaalt u of
de gemaakte opname moet worden opgeslagen.
•
Om de opname op te slaan, drukt u op de knop "MENU/OK".
•
Om door te gaan zonder de opname op te slaan, drukt u
op de knop "BACK".
!! Wordt als fotografische functie Repeterende opnamen of Automa-
tische proefbelichting ingesteld, dan wordt wel een Controlebeeld
getoond maar de opnamen worden altijd opgeslagen.
Inzoomen op het Controlebeeld
Door het controlebeeld te vergroten, kunt u de scherpte en
de details van de opname controleren.
1 U kunt op het beeld in de LCD-monitor in- en uitzoomen
door op "a" of op "b" van de shuttleknop te drukken.
2 Druk op de "DISP" toets.
3 U kunt zich over een gezoomde opname verplaatsen door
op "a", "b", "d" of "c" van de shuttleknop te drukken.
4 Druk nogmaals op de "DISP" toets om naar het
zoomscherm terug te keren.
!! Uitvergrotingen in het controle beeld kunnen niet worden opgeslagen.
!! De werkwijze is het zelfde als bij Opnamen gezoomd weergeven (Zie
blz.35).