24
Met de camera ingesteld op Macro kunt u close-ups
maken. Staat de flitser ingesteld op “AUTO” of op
“i Onderdrukken van rode ogen”, dan wordt de flitser
automatisch ingesteld op “g Flitser uit”.
■ Effectief scherpstelbereik:
Circa 8 cm – 13 cm.
!
Door de breedte van de camera (circa 10 cm) als maatstaf te
gebruiken, kunt u controleren of de afstand tot het onderwerp
tussen 8 cm en 13 cm bedraagt.
!
Als u de flitser wilt gebruiken, kiest u in het menuscherm ‘
f
Forced
Flash” (Invulflitsen) of “S
f
Slow Synchro” (Synchronisatie met lange
sluitertijd) (zie blz. 35, 36). Daarbij bestaat echter wel de kans dat
de opname niet juist belicht wordt.
!
Fotografeert u bij weinig licht, gebruik dan een statief om bewegen
van de camera te voorkomen.
Gebruikt u de zoeker om in de stand Macro-opname te
fotograferen, dan stemt het beeldveld zoals u dat in de
zoeker ziet niet overeen met dat in de uiteindelijke opname.
De oorzaak daarvan is dat zoeker en lens zich op
verschillende plaatsen op het camerahuis bevinden.
Daarom kunt u macro-opnamen beter met de LCD-monitor
gebruiken.
Om de camera in de stand Macro te zetten schuift u de
Macro-knop tot de aanslag in de richting van het pictogram
Macro.
m Als in de LCD-monitor het pictogram “m“ verschijnt,
kunt u close-ups maken.
t De Macro-functie wordt uitgeschakeld en de camera
staat weer in de stand voor normaal fotograferen (zie
blz. 19)
!
De LCD-monitor wordt automatisch ingeschakeld.
!
U kunt de LCD-monitor niet uitschakelen.
!
Als u de Macro functie uitschakelt, blijft LCD-monitor ingeschakeld