1 Steek het kaartje waarop gefotografeerde beelden opge-
slagen zijn, in de camera.
2
Steek het gelijkspanningsstekkertje van de lichtnetadapter
in de gelijkspanningsconnector DC IN 5V van de camera
en steek vervolgens de lichtnetadapter in het stopcontact.
3
Schakel de camera in door op de knop "O" (POWER) te
drukken.
4
Stel de optie "USB MODE" in het menu "SET-UP" in op
"DSC" (zie blz. 96, 97).
5
Schakel de camera uit door op de knop "O" (POWER) te
drukken.
Computer connector USB-connector
1
Schakelt de PC in.
2
Sluit de camera aan op de computer met het speciale
USB-kabeltje voor de FinePix F601 ZOOM.
3
Schakelt de camera in.
Werkt u met een Windows PC, dan worden de instellingen voor
de driver (het stuurprogramma) nadat de installatie voltooid is
automatisch vastgelegd. Verdere acties zijn niet nodig.
* Herkent de PC uw camera niet, dan raadpleegt u de Software
* Quick Start Guide.
Volg om de camera los te koppelen van de PC of de camera uit te
schakelen altijd de voorgeschreven werkwijze (zie blz. 108).
f
Bij Windows XP en Mac OS X moet u de automatische start instel-
lingen specificeren als u de camera voor het eerst aansluit op uw
computer (zie ook de Software Quick Start Guide).
f
Let op dat u het speciale USB-kabeltje voor de FinePix F601
ZOOM op de juiste wijze aansluit en dat u de pluggen helemaal in
de connectors steekt.